21 januari 2025
De uitvinding van synthetische pigmenten in de negentiende eeuw leidde tot een bloei in de kunst. Door de introductie van gebruiksklare materialen konden kunstenaars nu sneller werken met kleur. Dit resulteerde in spontane, kleinere en betaalbaardere werken die toegankelijk waren voor de gegoede burgerij. In de kleinschalige tentoonstelling ‘De kracht van kleur’ biedt het Van Gogh Museum een blik op zo’n veertig werken op papier uit de eigen collectie, die zelden of nooit eerder zijn getoond. Een opvallend werk is De koeienhoedster in de vroege ochtendzon (1887) van Camille Pissarro (1830-1903), een aquarel die met zijn kleurgebruik en stiptechniek de sereniteit van het landschap weet te vangen. Een ander werk, waarbij de kleuren van het papier lijken te spatten, is Studie voor het schilderij Vissers bij Étretat (1896) van Émile Schuffenecker (1851-1934): een schijnbaar onaffe tekening die juist de vluchtigheid van het schetsen benadrukt. Ben je binnenkort in het Van Gogh Museum, sta dan zeker even stil bij de kleurrijke aquarellen en pastels van Vincents voorgangers, tijdgenoten en navolgers.

