30 mei 2025

Als columnist van Museumtijdschrift deelt Pauline Broekema in elk nummer haar persoonlijke kunstobservaties. In deze column, uit nummer 3 (2025), duikt ze in het iconische confectiemerk Mac & Maggie – in het bijzonder de rode shorts met ‘couturegevoel’.

Pauline Broekema, foto: Jan Willem Kaldenbach
Pauline Broekema, foto: Jan Willem Kaldenbach

Verzamelobjecten
Het rood van het kleed op de tafel van de Staalmeesters (1662) van Rembrandt in het Rijksmuseum Amsterdam. Rood als het kardinaalskostuum op het mansportret (1884) van Thérèse Schwartze, onlangs verworven door het Museum Dordrecht. Zo rood is dit kledingstuk uit de modecollectie van het Centraal Museum in Utrecht. Eens hing het, in een beperkte oplage, in de vestigingen van Mac & Maggie (1976-1994).

Ze zijn verzamelobjecten geworden, de stukken van de fameuze modeketen. Net als de prachtige seizoenscatalogi. Ik blader ze door in de museumbibliotheek. Hoe gedurfd om voor de wintercatalogus van 1988 bij wijze van uitzondering alleen foto’s in zwart-wit te gebruiken. De kleuren kon de klant erbij denken. Zo indringend en bekend was het gehanteerde palet. Koningsblauw, natuurlijk wit, kaki, goudgeel, magenta, specerijen- en aardetinten, uitbundig lila…

Voor de catalogi werden jonge, beginnende fotografen aangetrokken onder wie Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin. De gekozen locaties voor de fotoreportages – in Mexico, India, Marokko en Indonesië – waren in die tijd uitzonderlijk.

Een winkel die ertoe deed
Baanbrekend was het ook dat men zich richtte op een jongere doelgroep, op vrouwen én mannen. “Mac & Maggie liet vrouwen- en mannenmode in elkaar overvloeien. En de materialen waren essentieel; dat is het grote verschil met de fast fashion van tegenwoordig”, zegt modeconservator Ninke Bloemberg van het Centraal Museum. Nog een andere factor droeg bij aan het succes van het confectiemerk. De winkel deed ertoe, weet ik uit eigen ervaring. Er was nagedacht over de inrichting. Je ging er op ontdekkingsreis. Vergaapte je aan de nieuwste modellen. Met hun eigenzinnige coupe en uitstekende afwerking. De theatrale creaties. De accessoires, zoals de brede katoenen sjaals, de sieraden en de hoofddeksels. Er werd teruggegrepen op lokale drachten uit alle windstreken. Het was meer dan een kledingstuk aanschaffen. In een Mac & Maggie voelde je je gevierd. Soms had je het gevoel met een stukje kunst huiswaarts te gaan.

Mac & Maggie, ‘Rode shorts’, 1991, foto: Adriaan van Dam
Mac & Maggie, ‘Rode shorts’, 1991, foto: Adriaan van Dam

Handschrift
Cora Kemperman. Een legendarische naam. Gelauwerd met de Grand Seigneur, de belangrijkste onderscheiding in de Nederlandse modebranche. Nee, ze vindt zichzelf geen ontwerper, vertelt ze per mail. Zij bedacht, kocht in en vertaalde mode van grote ontwerpers als Vivienne Westwood, Jean Paul Gaultier en Yamamoto. Ze ontwikkelde al doende een, wat ze noemt, eigen handschrift. De wijde, zwierige rokken, de asymmetrie, de invloeden van buitenaf, het zat allemaal in haar kleding. Wie haar kledingstukken heeft gedragen, kan ze vaak nog tot in detail beschrijven, merk ik om me heen. Zo roemt een vriendin de afwerking van het rugpand van haar Mac & Maggie-jasje. Het had een bepaalde ronding die haar zo heerlijk slank maakte.

Had ik hem nog maar
Wie een Mac & Maggie’s bezat, denkt er liever niet aan terug wat er mee gebeurde. Weggedaan, weggegeven of simpelweg afgedankt. Had ik hem nog maar, die lange jas van groen katoen met zwarte kraag en de wijdvallende, bijpassende broek. Of de glanzend feloranje, breedgeschouderde jurk, die zo goed van pas kwam in de onvergetelijke zomer van 1988 toen het Nederlands Elftal zegevierde en Europees Kampioen werd. Van al die modellen die over de toonbank gingen, kan Cora Kemperman zich uiteraard niet van elk model herinneren hoe het ontstaan is. Maar toevallig kent ze de achtergrond van de rode shorts wel. De broek werd geboren in een tweedehandswinkel. Daar kocht stylist Frans Ankoné, met wie ze lang bij de keten samenwerkte, in 1990 een gedragen bandplooibroek van Jean Paul Gaultier. Kemperman werd er meteen door geraakt en liet in een korte damesbroek maken met dezelfde details.

Shorts met ‘couturegevoel’
Het resultaat zie ik in het Centraal Museum. De indrukwekkende plooien, de mooi afgewerkte zakken, de stoere brede omslag, de ceintuur. Opzettelijk werden met stof beklede knopen gebruikt om de shorts nog meer dat ‘couturegevoel’ te geven. Ik moet eerst mijn handen wassen en mag daarna bij wijze van hoge uitzondering de stof van de shorts even tussen duim en wijsvinger nemen. Precies zoals je dat als klant vroeger in de winkels deed. Van Maastricht tot Groningen. Van Nijmegen tot Den Haag. Je voelt het: inderdaad, honderd procent wol.

Over de kleur is toen nog wel even gedelibereerd, herinnert Kemperman zich. Was die niet te gewaagd voor een geklede korte broek? Het kon, was de conclusie. En zo werd dat rood van Rembrandt en Schwartze ook het rood van de prachtige shorts van Cora Kemperman.