21 mei 2025
Het 750-jarig bestaan van de stad Amsterdam wordt groots gevierd in het H’Art Museum, onder andere met de tentoonstelling ‘Van Rembrandt tot Vermeer, meesterwerken van The Leiden Collection’. Te zien zijn 75 werken van gevierde Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw. Dat zo’n groot aantal schilderijen uit deze privécollectie wordt tentoongesteld, is bijzonder.

Hoeveel schilderijen van Rembrandt hangen er in H’Art Museum? De samenstellers houden het op zeventien. Maar het zouden er ook zestien of achttien kunnen zijn. Niet altijd is vast te stellen in hoeverre een schilderij volledig aan de meester toe te schrijven is. Was Man met zwaard (ca. 1644) volledig van zijn hand? De zaaltekst stelt: “Hoewel Rembrandt het werk initieerde, signeerde en dateerde, lijkt het erop dat hij een assistent vroeg om zijn oorspronkelijke concept verder uit te werken.”

Onbekende Rembrandts
Voor Rembrandt-liefhebbers is deze tentoonstelling een absolute aanrader. Niet omdat hier werken hangen met de statuur van Het Joodse Bruidje (ca. 1665-ca. 1669) – daarvoor moet je nog altijd naar het Rijksmuseum – maar juist omdat hier Rembrandts hangen die het gros van de toeschouwers vermoedelijk niet eerder gezien heeft. Aangezien het om een particuliere collectie gaat, zijn ze misschien wel voor het laatst te bewonderen.
De verzameling is van de Amerikaanse ondernemer Thomas Kaplan, die als kind al gefascineerd was door Rembrandt. In 2003 begon hij met verzamelen. Daarna ging het hard. De collectie telt inmiddels meer dan 220 schilderijen, vrijwel allemaal van oude meesters uit de noordelijke Nederlanden. De werken zijn overwegend van verrassend goede kwaliteit en vormen een parade aan klinkende namen: Johannes Vermeer, Jan Steen, Hendrick ter Brugghen, Jan Lievens, Frans Hals, Gerard ter Borch, Gabriël Metsu…

Leiden
Kaplan toonde zich sterk geïnteresseerd in kunstenaars met een Leidse achtergrond – mede daarom vernoemde hij zijn collectie naar die stad. Leiden is ook de plaats waar de jonge Rembrandt zijn schilderscarrière begon. Dat deed hij in nauwe samenwerking met zijn collega Jan Lievens. De twee hebben er vermoedelijk een atelier gedeeld. Ze keken kunstjes van elkaar af (zoals het krassen in de natte verf) en schilderden regelmatig dezelfde modellen. Enkele sterke vroege werken van Lievens in de tentoonstelling laten zien hoezeer de twee kunstenaars verwante zielen waren – maar ook rivalen, verwikkeld in een onderlinge competitie.
Leiden was ook de stad van de fijnschilderkunst: portretten, historiestukken en – vooral – genretaferelen met huiselijke onderwerpen die zeer nauwgezet werden geschilderd op klein formaat. Frans van Mieris en Gerard Dou zijn hier de hoofdrolspelers. Beiden zijn met een handvol topstukken vertegenwoordigd. Dat Dou bij Rembrandt in de leer is geweest, valt nog wel enigszins terug te zien in de doordachte en sfeervolle manier waarop hij met licht en schaduw speelt. Met zijn precieze en gedetailleerde manier van schilderen wijkt Dou daarentegen sterk af van de veel lossere schildertrant van zijn leermeester. Om het beeld van de kunstenaars rondom Rembrandt verder inzichtelijk te maken zijn ook werken van diens leermeester Pieter Lastman en diens laatste leerling Arent de Gelder opgenomen. Laatstgenoemde bleef tot in de vroege achttiende eeuw – en dwars tegen de overheersende trends in – trouw aan de stijl van Rembrandt.

Dagelijks leven
Bij een mooie, weldoordachte tentoonstelling hoort een navenante catalogus. Dat is aardig gelukt. Het boek bevat geen plichtmatige beschrijvingen van alle 75 werken, in plaats daarvan is gekozen voor een tamelijk speelse opzet. De schilderijen uit de collectie vormen het vertrekpunt voor korte hoofdstukken over het dagelijks leven in de zeventiende eeuw. Wat aten de mensen destijds? Hoe woonden ze? En welke rol speelde muziek in hun levens? Ook leerzaam en amusant is de bijdrage ‘Mode onder de muts’. Daarin lezen we hoe zeventiende-eeuwse vrouwen wisten te voorkomen dat ze met zware hangers hun oorlellen al te zeer zouden belasten. De catalogus biedt een luchtige aanvulling op een tentoonstelling van gewicht.