19 februari 2025
Rotterdam is vanaf mei een uniek museum rijker. Fenix is het eerste museum in Nederland dat geheel gewijd is aan migratie. Het is bovendien het eerste museum wereldwijd dat het thema migratie onderzoekt door de ogen van kunstenaars. Een gesprek met de kersverse directeur Anne Kremers.


Het onderwerp domineerde vrijwel alle 78 nationale verkiezingen die in 2024 werden gehouden. Migratie was het speerpunt waarmee het Rassemblement national in Frankrijk kiezers wist te mobiliseren en president Macron vleugellam maakte. Donald Trump stookte de Make-America-Great-Againmassa op met verhalen over hordes grensoverstekers die huisdieren zouden eten. En Geert ‘minder-minder’ Wilders beloofde het electoraat de strengste asielpolitiek aller tijden, waarmee zijn PVV het schopte tot grootste partij van ons eigen land.
Toch is Fenix, dat op 16 mei opent in Rotterdam en geheel gewijd is aan het onderwerp migratie, volgens directeur Anne Kremers nadrukkelijk geen politiek museum. “Wij nemen geen stelling”, stelt zij. “Wij hebben het niet alleen over vluchtelingen en asielzoekers, maar ook over landverhuizers, expats, arbeidsmigranten, nieuwkomers en uitwisselingsstudenten. Het gaat ons bovendien niet om die groepen, maar om mensen zoals iedere familie er minstens eentje kent. Wie hier komt, zal dingen herkennen: dit gaat over mij of over mijn tante, vader, vriend of vriendin. Migratie is van overal en altijd. Zolang de mens bestaat, is hij in beweging. Migratie behoort tot de essentie van het menszijn.”

Migratie mag dan universeel en tijdloos zijn, de museale aandacht ervoor is relatief nieuw. Het Australische Adelaide kent sinds 1986 een Migration Museum. In Parijs opende in 2014 het Musée national de l’histoire de l’immigration in het gebouw waar vorige eeuw nog koloniale tentoonstellingen werden gehouden. Weer twee jaar later werd Dublin verrijkt met Epic, dat op emotioneel meeslepende en indrukwekkend gedetailleerde wijze het verhaal vertelt van de massamigratie van miljoenen Ieren. Dichter bij huis, in Antwerpen, is het Red Star Line Museum.
Alle ruim twintig musea die inmiddels zijn aangesloten bij het Migration Museum Network zijn aan te merken als cultuurhistorisch. “Fenix is anders”, vertelt Kremers. “Wij behandelen het onderwerp migratie vanuit de beeldende kunst.”
Overslagloods
Op 16.000 vierkante meter museumoppervlakte is onder andere een installatie (Het Kofferdoolhof) te zien van tweeduizend gedoneerde koffers plus de biografieën van hun eigenaren. Zo was een van de koffers van Willemine, die in 1911 haar man achterna reisde naar China en na zijn overspel haar vier kinderen meenam op de Transsiberië Express terug naar Den Haag. Ook is er een levensgrote kopie van een New Yorkse bus (The bus, 1995) van popartkunstenaar Red Grooms, waar je binnen wordt opgewacht door figuren met gezichten in alle tinten: de culturele meltingpot van de hedendaagse grootstad.

Fenix is het eerste grote project van Droom en Daad, de filantropische stichting van de ondernemersfamilie Van der Vorm. Deze Quote 500-veteranen verdienden hun oorspronkelijke fortuin met de Holland-Amerika Lijn, die vanaf de oprichting in 1873 zo’n drie miljoen mensen vervoerde naar een nieuw leven in voornamelijk Noord- en Zuid-Amerika. Onder hen bevonden zich onder anderen Albert Einstein, Tarzanacteur Johnny Weissmuller en schrijver Thomas Mann. Vanuit het nieuwe museum kijk je uit op het voormalige HAL-hoofdkantoor, tegenwoordig Hotel New York, en de kade waar de schepen aanmeerden. De strook land waar Fenix op staat heet Katendrecht en heeft een verleden als een van de oudste Chinatowns van Europa.
Het museum is gehuisvest in de Fenixloods, die bij oplevering in 1923 nog de San Franciscoloods heette, ruim twee keer zo lang was en tot de grootste overslagloodsen ter wereld behoorde. “Het is officieel geen monument, maar wij behandelen het wel als zodanig, want we zien het als onderdeel van de collectie”, zegt Kremers over de betonkolos. “De kades werden tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeblazen en het pand brandde in de jaren 1950 grotendeels af. Bij de restauratie zijn afwegingen gemaakt in het terugbrengen naar de stijl van de jaren 1920 en 1950.”
Vrijheidsbeeld
Het interieur ademt de rauwheid van utiliteitsbouw waar vroeger graan en staal werd opgeslagen. Met de toevoeging van de zogenoemde Tornado heeft de loods daarentegen een visuele upgrade van jewelste gekregen. Deze werveltrap van het Chinese architectenbureau MAD zweeft als een glimmend ruimteschip boven het gebouw. Een dubbele helix – vergelijkbaar met de structuur van het menselijk DNA – leidt naar een plateau met uitzicht rondom. “Net als het museum gaat de Tornado over beweging”, licht Kremers toe. “De constructie is bovendien bekleed met 297 roesvrijstalen panelen, die allemaal van verschillend formaat zijn. Hetzelfde geldt voor de ruim tienduizend houten planken op de trap. Bezoekers kunnen straks zelf de route omhoog bepalen. Daarmee staat de trap symbool voor een reis waarin je verschillende afslagen kunt nemen.”

Kremers werd in 2020 gevraagd als eerste directeur van Fenix. Ze was pas 31, nogal jong voor zo’n omvangrijke en prestigieuze klus, maar beschikte toen al ruimschoots over relevante ervaring. Haar loopbaan begon als ‘de jongste museumdirecteur van Nederland’, aan het hoofd van Villa Mondriaan in Winterswijk. Daarna werkte ze een paar jaar voor de kunststichting van de grootste juwelier van Hongkong, waar ze naar eigen zeggen leerde “snel te handelen en soms mijn mond te houden om uit te vinden hoe dingen ook anders kunnen”.

Toen ze in Rotterdam neerstreek, was de aannemer net begonnen met de restauratie van de Fenixloods – alleen al het reinigen van vijftienduizend vierkante meter beton kostte vele maanden. Een eerste collectiestuk was al gekocht: een neonwerk van Alfredo Jaar (1956) dat de migratieroutes van het mondiale zuiden naar het noorden laat oplichten. Met het team, dat langzaam groeide van drie tot veertig medewerkers, bouwde Kremers de verzameling verder op met aankopen tijdens kunstbeurzen als Art Rotterdam, in galeries en ateliers.
Van Fernando Sánchez Castillo (1970) kocht Fenix een Vrijheidsbeeld met een zwarte man, ketens nog zichtbaar aan een enkel, in de rol van Lady Liberty. Bezoekers van de vorige Biënnale van Venetië zullen Refugee astronaut (2024) van Yinka Shonibare (1962) herkennen, de ruimtevaarder in Vliscopak die bij de ingang van de Arsenale stond.
Collectief portret
Maar er is ook werk van minder bekende kunstenaars en zelfs van amateurs. Zoals de tekening van een kind, gemaakt tijdens de boottocht die een groep van ruim negenhonderd Joodse vluchtelingen in 1939 naar Noord-Amerika bracht. Zowel de Cubaanse als de Amerikaanse autoriteiten lieten de passagiers niet ontschepen en stuurden hen terug naar Europa. Velen vielen alsnog in de handen van de nazi’s (het meisje en haar ouders ontsprongen die dans).

Dat doet denken aan de pushbacks waarmee de Europese grensbewakers van Frontex bootvluchtelingen een zekere dood op de Middellandse Zee insturen. En zo steekt de verontrustende actualiteit wel vaker de kop op in Fenix. De Syrische Omar Imam (1979) maakte een beeld van een enorme skippybal waarop zijn kind en hij reizen door een fantasiewereld die afleidt van het door burgeroorlog verwoeste vaderland. En Daria Kozak bouwde met kranten een kopie van haar ouderlijk huis, een standaardflat in Oekraïne zoals er duizenden zijn. Voor de buitenkant gebruikte de kunstenaar dagbladen met berichten over de oorlog in Oekraïne, aan de binnenkant zijn artikelen te herkennen uit de Sovjettijd, waar velen inmiddels met heimwee aan terugdenken.
De openingstentoonstelling bevat 150 werken uit de collectie die inmiddels 200 werken telt en nog steeds groeit. Vijf kunstwerken zijn exclusief in opdracht gemaakt. Het meest in het oog springend zijn de geboetseerde koppen door Efat Zehavi (1974). Zij ging de straat op in Rotterdam en stelde voorbijgangers de vraag: waar gaat u heen? In de stad met 179 verschillende nationaliteiten ging het antwoord opmerkelijk vaak niet over bestemming maar over herkomst. Terwijl Zehavi haar dwarsdoorsnede van Rotterdam vereeuwigde in klei, voerde ze langere gesprekken met haar modellen. Die zijn opgenomen in een boek dat het eerste is van een publicatiereeks die Fenix uitbrengt.
Naast Zehavi’s portretten en de eerdergenoemde kofferinstallatie presenteert Fenix ook een kleine presentatie over de geschiedenis van de plek en een fototentoonstelling die de titel ‘The Family of Migrants’ heeft meegekregen. Puttend uit krantenarchieven, beeldbanken en sociale media is met bijna tweehonderd documentairefoto’s een variant gemaakt op The Family of Man, de legendarische fotoserie uit 1955 die een collectief portret van de wereldbevolking probeerde neer te zetten.

Bij de opening is één tentoonstellingsruimte nog leeg – daar komen vanaf 2026 verdiepende presentaties. Ook nog ongevuld is het grote overdekte stadsplein dat dagelijks gratis toegankelijk is. “Je kunt er lunchen, elkaar ontmoeten, skaten of Chinees nieuwjaar vieren”, vertelt Kremers. “We gaan dit plein programmeren met de stad en weten nog niet precies wat voor soort plek het gaat worden. Maar het zal gaan over vieren, ontmoetingen, samen eten.”
De ervaring staat voorop in Fenix. “Dit is geen huiswerkmuseum”, bevestigt Kremers. “We gaan ook niks invullen voor bezoekers, alleen maar vragen stellen, verhalen vertellen en hoop geven.” Fenix is daarmee in alles het tegendeel van de polariserende en soms ontmenselijkende retoriek die het maatschappelijke migratiedebat de laatste tijd zo grimmig kleurt. Misschien is het nieuwe museum toch meer politiek dan het zich voordoet.
Door Edo Dijksterhuis, kunstcriticus
Fenix opent op 16 mei 2025. Kijk voor de actuele openingstijden op fenix.nl