29 mei 2024
Zoals elke editie van de Biënnale van Venetië is ook dit jaar het kunstaanbod overvloedig. Robert-Jan Muller gidst u langs vijf essentiële kunststops, van Egyptische opera tot labyrintisch palazzo.
‘Stranieri ovunque’, ‘Vreemdelingen overal’, is het door Braziliaanse tentoonstellingsmaker Adriano Pedrosa gekozen thema van de zestigste Biënnale van Venetië. In kleurige neonletters hangt deze uitroep in meer dan vijftig talen boven het water van de middeleeuwse scheepswerven van de Arsenale. Pedrosa (1965) is directeur van het Museu de Arte de São Paulo (MASP), waar hij onder de titel ‘Historías’ een serie tentoonstellingen maakte over, wat hij noemt, historisch gemarginaliseerden, zoals vrouwen en queers, en de trans-Atlantische slavenhandel.
Identiteit, nationaliteit, gender en etniciteit zijn slechts enkele thema’s die in deze biënnale aan bod komen. In ieder geval zijn de meeste van de 88 landenpaviljoens op het thema van de vreemdeling en identiteit ingegaan. Niet allemaal: Çačgla Ilk van het Duitse paviljoen benadrukt: ‘Aan identiteit gerelateerde kenmerken spelen geen rol in mijn selectie. Ik ga uit van het werk van de kunstenaar’.
Ook is het een biënnale geworden die de verhoudingen en politiek in de wereld sterk weerspiegelt. Zo is het Israëlische paviljoen voorlopig gesloten en heeft Rusland, dat sinds de inval van Oekraïne niet meedoet, zijn paviljoen uitgeleend aan Bolivia met het oog op de begeerde omvangrijke voorraden lithium van dat land.
Soms gaat de boodschap verloren, zoals in het paviljoen van de Verenigde Staten, waar Jeffrey Gibsons slogans over queerness ondergaan in een orgie van turbokleuren. En in het Nederlandse paviljoen verbaas ik me erover dat Congolezen een Nederlandse kunstenaar, Renzo Martens, nodig zouden hebben om hun eigen koloniale geschiedenis te bezweren (zie het artikel in Museumtijdschrift 3).
Nigeria, dat zich presenteert in het elegante Palazzo Canal (Dorsoduro 3121), houdt de afwikkeling van de koloniale geschiedenis juist in eigen hand. De claim op de befaamde ‘Benin Bronzen’ zet het land kracht bij met het indrukwekkende Monument to the Restitution of the Mind and Soul van de Nigeriaans-Britse kunstenaar Yinka Shonibare.
De onderstaande vijf paviljoens en tentoonstellingen zijn een bezoek meer dan waard.
William Kentridge – ‘Self-Portrait as a Coffee-Pot’
Locatie: Arsenale Institute for Politics of Representation, Riva dei Sette Martiri 9, Castello
De Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge (1955) is bekend van videofilms waarin diens geanimeerde houtskooltekeningen tot leven komen. Vanaf de eerste Covid-lockdown in 2020 tot en met 2023 nam Kentridge films op in zijn atelier in Johannesburg, waarbij hij zichzelf vragen stelt over kunst en kunstenaarschap. In Venetië worden de negen films van elk een half uur vertoond in een zo getrouw mogelijke kopie van dat atelier, met een glorieus uitzicht over de lagune. Lichtvoetig gaat Kentridge een gesprek aan met zichzelf, soms in tweevoud als psychiater en patiënt, dan weer als vijfvoudige afsplitsing van zichzelf.
Wael Shawky – ‘Drama 1882’
Locatie: Giardini, Egyptisch paviljoen
Verdi’s opera ‘Aïda’ was een geromantiseerde Europese versie van de tijd van de farao’s. De Egyptische beeldhouwer, filmer en performancekunstenaar Wael Shawky (1971) maakte een opera over de échte geschiedenis van zijn land en de Revolutie van Urabi (1879-82), die eindigde in Britse overheersing. De plechtstatige zang, de choreografie, kostuums en het sprookjesachtige decor maken de film tot een must-see van de biënnale.
Kapwani Kiwanga – ‘Trinket’
Locatie: Giardini, Canadees paviljoen
Duizenden en duizenden minuscule glazen kralen in de prachtigste kleuren liet de Canadese kunstenaar Kapwani Kiwanga (1978) van het glaseiland Murano aanvoeren om er de wanden en het exterieur van het Canadese paviljoen mee te bedekken. De kralen fungeerden vanaf de vijftiende eeuw als betaalmiddel en zijn voor Kiwanga het symbool voor vroegmoderne Europese economische expansie in latere gekoloniseerde gebieden. Haar uiterst verfijnde abstracte sculpturen in het paviljoen zijn gemaakt van kostbare materialen die worden geassocieerd met trans-Atlantische handel, zoals goud, palladium en de houtsoort pernambuco.
Christoph Büchel – ‘Monte di Pietà’
Locatie: Fondazione Prada, Calle Corner, Santa Croce
Ervan uitgaand dat financiële schuld de basis is van armoede en conflicten, bracht Zwitserse kunstenaar Christoph Büchel (1966) het palazzo van de Fondazione Prada terug tot de functie die het ooit had: een bank van lening. Büchel stouwde de drie monumentale etages vol met een labyrintische wirwar van kantoortjes, surveillanceruimtes, viezige hotelkamers, een roulettezaal, opvang voor daklozen, volledig overtuigende afgiftebalies, een veilingzaal, oneindig veel aftandse kleding, maar ook schilderijen en archeologische vondsten. Op de tweede verdieping plaatste Büchel een achttiende-eeuws archief met volumineuze kasboeken uit Napels. Ik liep er gefascineerd rond, mijn reisgezel ontvluchtte het palazzo voortijdig.
Richard Long
Locatie: Galleria Lorcan O’Neill, Ponte Pesaro, Santa Croce
De Britse kunstenaar Richard Long (1945) maakte speciaal voor deze particuliere galerie een sculptuur waarvoor hij de Italiaanse steensoorten Rood marmer van Verona en Istrische steen koos. Het bijna negen meter lange werk beslaat vrijwel de gehele vloerlengte van de galerieruimte, een zorgvuldig opgeknapte voormalige werkplaats. Het is zo’n moment dat kunstwerk en plek geheel samenvallen.
De Biënnale van Venetië is tot en met zondag 24 november 2024 te zien. Voor meer info: labiennale.org
Jammer dat de van origine Chinese kunstenaar Chu Teh Chun niet is opgenomen hier, prachtige schilderijen in een heel eigen stijl.
Ik begreep zelf trouwens ook niet waarom de Nederlandse inzending over Congo moest gaan…
Inderdaad, wij zagen die presentatie van Chu thu Chun ook op San Giorgio. In een prachtige nieuwe expositieruimte in een oud zwembad. Echt geweldig. En vergeet ook de altijd prachtige glastentoonstelling in de ruimte van Vennini daarnaast niet!
En ja, waarom in het Nederlandse paviljoen een tentoonstelling van een Belgische kunstenaar over Congo georganiseerd moest worden, was mij niet helemaal duidelijk. En zoals bijna elk jaar in het Nederlandse paviljoen het geval is, vraag ik me af of de duizenden bezoekers ook maar een fractie begrijpen van waar ze naar kijken…… Ik moest er zelf veel moeite voor doen, eerlijk gezegd….
De redactie van museum tijdschrift heeft vast veel meer achtergrond informatie, maar om toch wat context te bieden: Renzo Martens is een Nederlandse kunstenaar, die machtsstructuren in ons systeem zichtbaar maakt. Hij werkt met een zeer kritische blik op uitbuiting in of door onze maatschappij. Zo werkt hij al jaren in één van de allereerste palmolieplantages van het Nederlandse Unilever. Daar heeft hij ervoor gezorgd dat de lokale gemeenschap meer inkomsten genereert door het maken van ‘zijn’ chocolade sculpturen, in plaats van louter palmolie te produceren. Zijn werk is complex en vraagt om context, maar ik vind het buitengewoon interessant. Het is diepgaand en er is al veel over geschreven, zowel in artikelen als in films. Zijn film ‘Enjoy Poverty’ is ook zeker het bekijken waard. Wellicht heeft de redactie nog aanvullende tips. Dank in ieder geval voor de highlights van de Biënnale!