16 november 2022

In zijn boordevolle schilderijen vermengt Umar Rashid het koloniale verleden met sciencefiction, horror en populaire cultuur. De tentoonstelling ‘Two Tongues’ in het Dordrechts Museum is een aanstekelijk staaltje geschiedvernieuwing.

Zaaloverzicht, foto: Bram Vreugdenhil

Een soldaat in blauw tenue die op het punt staat zijn broek richting de kijker te laten zakken. Een zwarte man met futuristische bril waar laserstralen uitschieten. Een belegerde commandant in het Surinaamse fort Zeelandia die per rode Ferrari de benen neemt. En dan zijn er nog gesluierde buikdanseressen, een witte en een zwarte Jezus, priesters die over de kling worden gejaagd en eindeloos veel figuranten.
Hoewel de schilderijen van Umar Rashid lange, quasi-historische titels hebben, zien ze eruit zoals kinderen – vooral jongens van een bepaalde leeftijd – een episch verhaal verbeelden. Alles is lekker vet aangezet en historische feiten worden met het grootste gemak gekoppeld aan hedendaagse fenomenen. De manier waarop Rashid de figuren in zijn overvolle tableaus neerzet doet soms denken aan Egyptische hiëroglyfen, en het ontbreken van perspectief heeft hij gemeen met de Vlaamse primitieven. Stilistisch is het werk een energieke en knotsgekke mengelmoes van cartoons, horror, sciencefiction, volkskunst en historische prenten.

Umar Rashid, ‘We Almost Lost Toledo (for Belkis). The siege of Andalusia by the combined forces of the Ottoman Empire and the Frenglish puppet’, 2015, collectie Frank Kortstee en René Gouwens

VOC-fascinatie
Rashid woont en werkt in Los Angeles maar koestert een grote fascinatie voor zeventiende-eeuws Nederland, in het bijzonder de VOC. In de audiotour bij zijn tentoonstelling ‘Two Tongues’ in het Dordrechts Museum verbaast hij zich erover hoe zo’n klein land op de moerassige rand van het Europese continent een zo groot stempel heeft kunnen drukken op de wereld. En op hemzelf, want zonder de Hollandse slavenschepen waren zijn voorouders nooit in de Verenigde Staten terechtgekomen.
Rashid noemt zijn schilderijen vignetten die het verhaal vertellen over het kolonialisme, en dat gaat verder dan alleen de VOC. De troepenmacht die regelmatig strijd levert op zijn doeken wordt dan ook aangeduid als ‘Frenglish’, een vermenging van de twee landen die historisch het grootste aandeel hebben gehad in de overheersing van de niet-westerse wereld. Ook voert hij Ambroos van Peere op, een fictief personage dat is gebaseerd op Abraham van Peere, die begin zeventiende eeuw een kolonie stichtte in Berbice (tegenwoordig Guyana). Deze veroveraar zuigt als een vampier zijn ondergeschikten leeg, gedraagt zich als een zonnekoning en waant zich onaantastbaar – totdat zijn lust hem blind maakt voor gevaar en hijzelf wordt vermoord. Rashids schilderijen zitten barstensvol verwijzingen, referenties en symbolen waar je als kijker uren zoet mee kan zijn. Een telkens terugkerend element is de slang, die vaak als een godheid boven de voorstelling hangt. Het reptiel staat voor chaos, angst en het onbekende maar is met zijn regelmatige vervellen ook de belichaming van de voortschrijdende tijd.

Zaaloverzicht, foto: Bram Vreugdenhil

Geen slachtoffers
In de zaaltekst wordt Rashids werk ‘een virtuoze wraakoefening’ genoemd. De koloniale troepen moeten het dan ook veelvuldig ontgelden en hun bloed spuit rijkelijk alle kanten op. Maar het grootste doelwit van de wraak is de geschiedschrijving, die standaard wordt bepaald door de partij die als winnaar uit de strijd komt. Rashid wil het verleden radicaal vernieuwen. Niet alleen opnieuw vertellen vanuit een ander perspectief, maar opbouwen vanuit het heden en de behoeften van toehoorders nu.
Het traditionele verhaal over een westerse overmacht die Afrikaanse en Aziatische volkeren onder de voet liep, gaat bij Rashid overboord. Zwarte personages zijn bij hem geen slachtoffers maar net zo goed strijders, helden en soms ook koelbloedige killers. In de audiotour zegt hij te hopen dat iedereen zich in zijn schilderijen kan herkennen, dat iedereen een rol heeft en niemand aan de kant blijft staan. Het is inclusieve geschiedschrijving over een weinig fraaie periode en Dordrecht is een passende locatie om Rashids alternatieve historiestukken te tonen. De Zuid-Hollandse stad was nauw gelieerd aan de VOC en een belangrijke leverancier van schepen aan de handelsonderneming. De collectie van het Dordrechts Museum bevat de nodige schilderijen die de Hollandse scheepvaart en handel tot onderwerp hebben. Zoals Rashid het zelf zegt: “Ik breng het verhaal terug. De cirkel is rond.”

Umar Rashid, ‘The Keys to Whip. Dutch soldiers leaving Cabinda with their native brides. When the wagon wheel broke, the captain suggested’, 2015, courtesy Cokkie Snoei