24 januari 2024
Van lichte stranden met recreërende mensen tot het idyllische platteland en de drukke stad. In Singer Laren zie je hoe noordelijke impressionistische schilders het hele land doortrokken om het licht in alle kleuren en vormen achterna te reizen.
Met fotografische afsnijdingen en het romantische, lichte kleurgebruik lijken de schilderijen in de tentoonstelling ‘Frisse wind, Impressionisme van het noorden’ bijna op een hedendaagse gestileerde Instagrampagina, waarbij foto’s gekleurd door filters een idyllisch geheel vormen. Maar eind negentiende en begin twintigste eeuw was fotografie nog niet zo ver ontwikkeld en waren schilders degenen die bijzondere lichteffecten uit allerlei landschappen filterden en vastlegden.
In tegenstelling tot foto’s met clichématige filters was impressionistische kunst toentertijd bijzonder vernieuwend. Beginnend in Frankrijk rond 1870, trokken schilders naar buiten om het licht te bestuderen en schilderden landschappen op een schetsmatige wijze met een losse toets en lichte kleuren. Deze nieuwe werkwijze bleef niet in Frankrijk, maar liet zijn sporen na tot ver in het noorden. Met schilderijen uit zowel de collectie van Singer Laren als twee Duitse musea, het Landesmuseum Hannover en het Museum Kunst der Westküste, is impressionistische kunst uit Nederland, Duitsland en Denemarken te zien.
Van land tot strand
Licht is overal, en de onderwerpen van de impressionistische schilders uit deze drie landen varieerden van het platteland tot tuinen, stranden en steden. De tentoonstelling is dan ook handig ingedeeld in zes onderwerpen, namelijk licht, stad en land, strand, tuin, reizen en winter. Op een opnieuw Instagramwaardige wijze hebben de zes verschillende zalen allemaal een andere, bij het onderwerp passende pastelkleur, die samen een impressionistische sfeer creëren.
Het onderwerp licht voelt wat overbodig, omdat de hele tentoonstelling over licht gaat, maar deze zaal begint al gelijk met prachtige plaatjes, zoals Het blauwe uur (1907) van de Deense Peder Severin Krøyer die het strand met daarop een eenzame man, in blauwe en roze tinten vastlegt. Heel anders is Dijkweg bij Westkapelle (1910) van Jan Toorop. Hoewel qua kleurgebruik vergelijkbaar, zie je hier een brede bloktoets geïnspireerd op het pointillisme. Zo blijkt dat onder de noemer impressionisme toch een variatie aan schildertechnieken schuilgaat.
Donker licht
Ook het type licht varieert per kunstenaar. Zo is het licht voor schilders in koude Noord-Europese landen heel anders dan het befaamde warme licht waar hun zuidelijke impressionistische collega’s om bekendstaan. Dat zie je terug in het schilderij Lopend meisje (1897) van de Duitse Max Liebermann. Het meisje draagt bruine kleren en loopt in een bosrijke omgeving. Hoewel Liebermann de zon vastlegt die tussen de bomen een lichtspel werpt op de grond, gebruikt hij overwegend aardetinten die een wat donkere sfeer creëren.
Ook in de winter is er weinig aanleiding tot gebruik van veel kleur. In het Wintergezicht Oosterpark, Amsterdam (post-1910) van Willem Witsen is de sneeuw het enige wat nog een heldere kleur oplevert, waartegen de mensen en bomen donker afsteken. Toch zie je in deze schilderijen wel de aandacht voor het licht terugkomen, hoe spaarzaam dat ook mag zijn. De kenmerken van noordelijke impressionistische schilderijen kun je ook ontdekken in de catalogus bij de tentoonstelling, ingedeeld volgens dezelfde onderwerpen als de tentoonstelling. Elk onderwerp gaat gepaard met een achtergrondartikel met informatie over de geschiedenis achter het noordelijke impressionisme.
Zeer de moeite waard om “Frisse Wind ” te bezoeken. Vandaag geweest!
RESERVEREN IS VERPLICHT . Zeer druk bezochte tentoonstelling!
Ik ga kijken!
Mooie foto’s en een prima verhaal erbij. Jullie hebben mijn belangstelling gewekt. Ik ga beslist kijken in Laren.