19 juli 2023

Bekijk in het vorig jaar sprankelend verbouwde Museum W in Weert eerst de collectie kunstschatten van de Franciscaner orde der minderbroeders. Zo raak je in de stemming voor de hedendaagse kunstenaar Frans Franciscus, die onbeschroomd flirt met religieuze, historische of mythologische thema’s uit de kunstgeschiedenis.

Zaaloverzicht met in het midden ‘Venerdi Tredici’ (2006), foto: Peter Cox

Ondanks zijn quasi-Rooms-Katholieke artiestennaam komt Frans Franciscus (1959) naar eigen zeggen uit een ‘praktisch geschoold arbeidersmilieu’. Vandaar zijn werklust. In 1986 studeerde hij af aan de kunstacademie in Utrecht; zijn religieuze interesse en figuratieve stijl moest hij toen nog ontwikkelen. Later verkende hij nieuwe disciplines: met zijn man Rienus Gündel Franciscus werkte hij aan imposante übergestylede fotoportretten en sinds een paar jaar maakt hij ook keramische kleinsculpturen.
Zo’n ontwapenend beeldje van een blote baardmans met riant, hartvormig borsthaar lokt je door het raam het met goudplaten beklede Museum W binnen. Elders torst een donker mannetje met rode hoofdtelefoon als de Goede Herder een wit schaap op zijn schouders. Sint-Vitus, de sneue Christelijke martelaar in een kookpot, inspireerde tot een besnorde blote cowboy in een krappe badkuip. Met deze beeldjes bewijst Franciscus eer aan soortgelijke gekleurde houten exemplaren van Adriaen de Vries (1556-1626), de Rembrandt onder de beeldhouwers. Alleen voegt hij er plagerige, kitscherige en homo-erotische elementen aan toe. Waarom zou je kunstgeschiedenis altijd zo serieus nemen?

Zaaloverzicht, foto: Peter Cox

Sneeuwballengooiers
Je herkent Franciscus’ naïef aandoende schilderstijl uit duizenden. Met volgzame penseelvoering schildert hij bewust net te lange en smal uitgerekte, bête kijkende personages, contrasterend met de dramatische scènes waarin ze verkeren. Zijn stijl lijkt op die van de maniëristische kunstschilder Jacopo Pontormo (1494-1557), die de – volgens hem – zielloos geraakte modellen van de klassieke schoonheid pareerde met galant gekunstelde overdrijvingen.
Zichtbaar geamuseerd schilderde Franciscus een winterscène met modieus geklede sneeuwballengooiers die – vreemd genoeg – is gebaseerd op het Bijbelverhaal van de gestenigde, overspelige vrouw. Met evenveel gevoel voor detail ont(k)leedt hij zijn modellen tot op hun melkbleke naast zonverbrande huid, weelderige lichaamsbeharing en pronte geslachtsdelen. Naar de kunsthistorische bron mag je raden – of bekijk gewoon de digitale tour op je mobiel.
Zo blijkt het curieuze clair-obscurtafereel van vijftien padvinders en hun hopman die een miniatuurontploffing van een atoombom observeren, het spiegelbeeld van Rembrandts De anatomische les van Dr Nicolaes Tulp (1632). Het ging Franciscus alleen om de dramatische opbouw van Rembrandts groepsportret. Bij een ternauwernood voorkomen onthoofding van een Curaçaose man – met de Bremer straatmuzikanten als onverwachte figuranten – baseerde hij zich op een matig zeventiende-eeuws schilderij van het Bijbelse Offer van Izaak.

Zaaloverzicht met in het midden ‘Who is without Sins’ (2003), foto: Peter Cox

Geslaagd gelaagd
Franciscus beschouwt Venerdi Tredici (2006) als zijn meest ge(s)laagde schilderij. Omdat hij met dit werk een meer persoonlijke thematiek durft toe te laten? Hier is Anthony van Dycks Kruisafname en bewening van Christus (1618-21) zonder godsdienstschennis geraffineerd omgezet naar een gewelddadige overval op een dragqueen in Rome.
Na alle allegorieën ontroert het subtiel suggestieve Soldier Sorrow (2004). Dit frontale portret van een jonge gehelmde soldaat op ware grootte verwijst naar het vijftiende-eeuwse ‘ware gelaat van Christus’. Hier heeft de interpretatie niks galants. Hier kijkt de oorlog je recht en wezenloos aan.

Zaaloverzicht met ‘Back to Black III’ en ‘Back to Black II’ (2022), foto: Peter Cox