27 september 2023
‘La grande bleue’ is een tentoonstelling voor iedereen die heimwee heeft naar de Côte d’Azur. De schilderijen van de zee, olijfbomen en idyllische dorpjes zijn een warm thuiskomen, met het geluid van kolkende golven als welkomstgroet.
Het verhaal dat verteld wordt in de blauwgekleurde zalen van Singer Laren gaat over een groeiende groep kunstenaars die vanuit de Lage landen naar de Middellandse Zee trokken. De visuele aantrekkingskracht van de regio lijkt vandaag de dag vanzelfsprekend, maar heeft zijn oorsprong in de negentiende eeuw. Kunstenaarsdorpen als Collioure, Saint-Tropez en Cagnes-sur-Mer werden steeds populairder onder Nederlandse en Vlaamse schilders. Een logisch gevolg, omdat de ogen vooral waren gericht op de Franse schilders uit die tijd, waaronder Courbet, Renoir en later Cézanne – van wie ook werken aanwezig zijn in de tentoonstelling.
De eerste kunstenaars die zich naar voorbeeld van deze Fransen permanent of tijdelijk vestigden aan de zuidkust haalden vooral inspiratie uit de natuur. De olijfbomen, de zee en de rotsen prijken op de werken van Vlamingen Jean Van den Eeckhoudt en Théo Van Rhysselberghe. Latere Nederlandse kunstenaars als Leo Gestel legden het gebied naar voorbeeld van Cézanne vast in abstractere vormen.
Vliegende parasols
De blik van kunstenaars wordt verlegd naar de mens wanneer begin twintigste eeuw het toerisme opkomt. Isaac Israëls legt deze nieuwe vakantiegangers vluchtig vast met hun badpakken, vliegende parasols en gestreepte strandstoelen. Ook de ontwikkeling van de ansichtkaart getuigt van het opkomend toerisme, op zaal hangen er een aantal op chronologische volgorde. Alles wat dit gebied eigen maakt komt voorbij: het mediterrane licht bij de Haagse kunstenaar Piet Moget en de typische kustdorpjes bij Charley Toorop, Jan Sluijters en Jan van Herwijnen.
De tentoonstelling lijkt hiermee een verheerlijking van alles wat het Middellandse Zeegebied in zich heeft. Dat komt niet zozeer door de opzet, maar vooral doordat de kunstenaars zelf dit gebied romantiseerden. De natuur, het toerisme, en het esthetische beeld van de blauwe vlakte waren een vlucht uit de alledaagse realiteit aan het thuisfront.
Volgeladen boot
In de laatste zaal geven hedendaagse kunstenaars een meer kritisch en genuanceerd beeld en worden we meegenomen in de diepere lagen van de blauwe zee. De werken van de Franse Yves Klein en de Nederlander Sam Drukker laten je verdrinken in de kleur en werpen een onheilspellender gevoel op. Het woeste schilderij van de Spaanse kunstenaar Miquel Barcélo is een expressief sluitstuk. Het onderwerp van de vluchtelingencrisis die zich op de Middellandse Zee afspeelt wordt door Barcélo weergegeven: wie goed kijkt ziet in de spetters van het water een volgeladen boot met mensen. Het was een ontdekking die Barcélo zelf ook deed in zijn schilderijen, die vooral als ware expressie van de zee moesten gelden, maar hij omarmt nu ook deze politieke interpretatie.
De diepgang die deze zaal heeft aan geëngageerde kunst die zich verhoudt tot de Middellandse Zee geeft een interessante draai aan het eerder in de tentoonstelling wat luchtige verhaal. Het is jammer dat de tentoonstelling conceptueel pas echt spannend wordt aan het einde, maar het geeft hierdoor wel gedachtes mee over de zwarte randen van de blauwe Côte d’Azur, die blijven hangen tot ver buiten de museumzalen.
ik ben geweest, een aanrader. weer een prachtige tentoonstelling in dit prachtige museum
ook ,leuk om een van de workshops te volgen rond deze tentoonstelling