7 december 2022

‘Rook boven de daken’ is een omslagpunt in het oeuvre van Fernand Léger. Het Kröller-Müller Museum toont de verrassende ontwikkeling die de kunstenaar in deze periode doormaakte.

Fernand Léger, ‘Les fumées sur les toits’, 1911-12, foto: Redivivus

In 1999 kochten Willem Cordia en Marijke Cordia-Van der Laan een schilderij van Fernand Léger, Veertien juli. Inmiddels is de collectie van het verzamelaarsechtpaar ondergebracht in de Triton Collection Foundation. Aan de achterkant van het schilderij van Léger was een andere voorstelling te zien, maar deze werd bedekt door een grijs mengsel van lijm en verf.
Aangenomen werd dat het schilderij op de achterzijde hopeloos beschadigd was. Toch ging een restaurator een poging doen om de laag te verwijderen. Een lastig karwei, omdat het doek dun en kwetsbaar was. Er kwam een verrassend fris schilderij tevoorschijn, dat past in een reeks waar Léger in de jaren 1911-12 aan werkte. Deze reeks staat bekend als ‘Fumées sur les toits’ (‘Rook boven de daken’).

Fernand Léger, ‘Le quatorze juillet’, 1912-13, foto: Redivivus

Keerpunt
In deze serie schilderde Léger het uitzicht vanuit zijn atelier op de Parijse daken, met rookpluimen uit schoorstenen en de Notre-Dame op de achtergrond. De serie markeert een keerpunt in Légers artistieke ontwikkeling, waarin hij radicaal brak met de stijl van zijn vroegere werken. Hij experimenteerde met vorm, lijn en kleur, die zich als het ware los lijken te maken van de voorstelling.
Zowel de ‘oude’ als de ‘nieuwe’ voorstelling van het schilderij uit de Triton-collectie is in het museum te zien, doordat het schilderij in een vitrine is geplaatst waar je omheen kunt lopen. Maar Léger draaide het doek een kwartslag voor zijn nieuwe compositie, waardoor het museum voor een dilemma stond. Welk schilderij laten we op zijn kant zien? Gekozen werd om de gerestaureerde kant correct te tonen. Terecht, want deze zijde is eigenlijk gedurfder en minder anekdotisch. Gevolg is wel dat de bezoeker nu met het hoofd in de nek naar Veertien juli moet kijken. En dat de Franse vlaggen dus op hun kant wapperen.

Fernand Léger, ‘Les fumées sur les toits’, 1911

Kleurcontrasten
De tentoonstelling is chronologisch opgezet en nodigt uit om de stappen in Légers ontwikkeling te volgen. De context van de serie Rook boven de daken wordt inzichtelijk gemaakt door een reeks schilderijen van Cézanne, Braque, Picasso, Le Fauconnier, Gleizes en Delaunay, die omstreeks 1910 ook experimenteren met een kubistische vormentaal. De tentoonstelling laat zien dat Léger een nieuwe realiteit ontdekte. Onder invloed van Cézanne ontleedde hij de werkelijkheid als het ware in hapklare brokken, terwijl hij zijn kleuren versoberde tot een tonaal palet. In 1911 ontdekte Léger het werk van Picasso en Braque, dat destijds ook niet bepaald opviel door de knallende kleuren.
Het uitzicht vanuit zijn nieuwe atelier bood een vertrekpunt om te experimenteren. Léger richtte zijn aandacht vooral op het contrast tussen de zachte vormen van rookwolken uit schoorstenen en de harde vormen van de daken en huizen. Het bewuste schilderij Rook boven de daken is daarbij verrassend van kleur. Terwijl Léger in de jaren daarvoor een gedempt palet hanteerde, ging hij plotseling sterke kleurcontrasten gebruiken. En hij zou op die ingeslagen weg voortgaan, laat de tentoonstelling zien. In Stilleven met gekleurde cilinders (1913) zien we bijvoorbeeld dezelfde fascinatie voor kleurcontrasten en het spel tussen harde en zachte vormen. Saillant detail: ook dit schilderij hangt in een vrijstaande vitrine, want Léger schilderde een jaar later op de achterkant een ander kubistisch stilleven.

Fernand Léger, ‘La partie de cartes’, 1917

Sinister
In de laatste zaal wordt aandacht besteed aan de manier waarop de schilderijen van Léger in het Kröller-Müller Museum terechtkomen zijn. In 1921 kocht Helene Kröller-Müllers kunstadviseur H.P. Bremmer in Amsterdam drie schilderijen en een aquarel voor haar collectie. Kröller-Müller was zeer onder de indruk en bezocht de schilder in zijn atelier in Montparnasse. Ze bleef hem daarna volgen, tegen de zin van Bremmer, die de bewondering voor Léger wat overdreven vond.
Gelukkig luisterde Kröller-Müller niet naar Bremmer en ze kocht nog enkele belangrijke schilderijen van Léger, waaronder het grote, beroemde doek Kaartspelende soldaten (1917). De experimentele observaties van ‘Fumées sur les toits’ krijgen hier een sinistere invulling. Inmiddels had Leger als soldaat in de Eerste Wereldoorlog kennisgemaakt met de verschrikkingen van de gemechaniseerde oorlogvoering. De zachte vormen van de rookpluimen zijn weggetrokken en de figuren lijken opgebouwd uit geweerlopen en kanonnen.