20 juni 2023

In 1652 brandde het oude, middeleeuwse stadhuis van Amsterdam af. Op de destijds vijftienjarige Jan van der Heyden (1637-1712) maakte de vlammenzee een verpletterende indruk; zijn latere leven zou in het teken staan van de (brand)veiligheid van zijn woonplaats.
Kunstenaar, uitvinder en ondernemer Van der Heyden geldt als een echte homo universalis, ‘de Leonardo van de Lage Landen’ wordt hij genoemd in de tentoonstelling ‘Amsterdam in vuur en vlam’. Als schilder werd hij beroemd om zijn realistische, gedetailleerde stadsgezichten, waarvan enkele te zien zijn op de tentoonstelling. De focus ligt echter op de originele tekeningen voor zijn Brandspuitenboek (1690), waarin hij de door hem verbeterde brandspuit en zijn revolutionaire uitvinding van de brandslang illustreerde. Ook is er aandacht voor Van der Heydens tweede belangrijke uitvinding: een nieuwe straatlantaarn, waarmee Amsterdam de best verlichte stad van Europa werd.

Model van een slangbrandspuit met toebehoren, eind 17e / begin 18e eeuw (?), collectie Amsterdam Museum