‘Paestum – Stad van godinnen’ neemt je mee door de geschiedenis van deze bijna duizend jaar bewoonde kuststad, circa honderd kilometer onder het huidige Napels. Rond 600 v.Chr stichtten de Grieken hier hun nieuwe woonplaats, een paar eeuwen later wordt de stad ingenomen door de Lucaniërs, een naastgelegen bevolkingsgroep, en uiteindelijk door de Romeinen. De uitbraak van een malaria-epidemie in de zevende eeuw dwingt de bewoners de stad te verlaten, maar in de achttiende eeuw treedt Paestum opnieuw in de belangstelling – ditmaal van archeologen.
Als een rode draad door deze vertelling loopt de door alle drie de volkeren vereerde cultus van Hera, Athena en Aphrodite, de godinnen uit de tentoonstellingstitel, voor wie drie grote tempels zijn gebouwd buiten de stad. In en om deze heiligdommen gevonden objecten geven een inkijkje in het dagelijks leven van hun Griekse, Lucaanse of Romeinse eigenaren: van terracottabeeldjes van ingezwachtelde kinderen en glazen rozenparfumflesjes tot roodfigurig aardewerk met voorstellingen uit de Griekse mythologie. Andere aandachtstrekkers op de tentoonstelling zijn de acht originele fresco’s uit Lucaanse elitegraven. Ze tonen de veelzijdigheid van hun – in moderne ogen – opmerkelijke begrafenisriten: naast scènes van rouwbeklag zijn er ook taferelen met bokswedstrijden en wagenrennen te zien. Het Rijksmuseum van Oudheden zet met deze tentoonstelling het tamelijk onbekende Paestum weer op de kaart.