16 juli 2025

Na zeven tentoonstellingen over Zeeuwse schilderkunst in de zeventiende eeuw richt het Stadhuismuseum Zierikzee zich nu op een minder belichte periode: de achttiende eeuw. De Zeeuwse portretproductie uit die tijd blijkt verrassend rijk en de moeite waard om voor het voetlicht te brengen.

Zaaloverzicht ‘Zeeuwse portretten uit de achttiende eeuw’, foto: Frank van der Ploeg
Zaaloverzicht ‘Zeeuwse portretten uit de achttiende eeuw’, foto: Frank van der Ploeg

Bij de eerdere tentoonstelling over Zeeuwse zeventiende-eeuwse portretten van en door Zeeuwen lag de nadruk op schilderkunstige ontwikkelingen. In de huidige tentoonstelling worden niet alleen de makers, maar ook de geportretteerden uitgebreid toegelicht.

In de achttiende eeuw lijkt de spoeling van portretschilders in Zeeland een stuk dunner dan in de eeuw ervoor. Veel Zeeuwen lieten zich buiten de provinciegrenzen vereeuwigen, bijvoorbeeld in hofstad Den Haag, waar zij toegang hadden tot een arsenaal aan goede schilders. Van de nu bekende schilders die in Zeeland actief hebben geportretteerd zijn er vier die vermeld staan in de boeken van het Sint Lucasgilde van Middelburg: Philip van Dijk (1683-1753), Dirk Vlietlandt (werkzaam eerste helft van de achttiende eeuw), Thomas Gaal (1739-1817) en Abraham Meertens (1747-1823). Van hen zijn in de tentoonstelling zes schilderijen van Van Dijk en één van Abraham Meertens te zien. Werk van Vlietlandt en Gaal ontbreekt helaas. De meeste werken die op zaal worden getoond zijn van ‘importschilders’.

Philip van Dijk, ‘Groepsportret van Nicolaas Steengracht, Anna Maria Spiering en hun drie kinderen Cecilia Maria, Adriaan en Johan’, 1733, foto: Stichting Duivenvoorde
Philip van Dijk, ‘Groepsportret van Nicolaas Steengracht, Anna Maria Spiering en hun drie kinderen Cecilia Maria, Adriaan en Johan’, 1733, foto: Stichting Duivenvoorde

Een portrettist tussen twee eeuwen
Philip van Dijk is de belangrijkste portrettist van Zeeuwen in de eerste helft van de achttiende eeuw. Geboren in Oud-Beijerland en opgeleid in Amsterdam, vestigt hij zich rond 1709 in Middelburg. Tien jaar later trekt hij naar Den Haag, maar hij blijft actief in Zeeland. In 1746 betaalt hij zelfs zeven jaar aan achterstallige jaarpenningen aan het Sint Lucasgilde.

Van Dijk is een zeventiende-eeuws schilderende achttiende-eeuwer, wat vermoedelijk zijn populariteit verklaart. Bovendien is hij ook gewoon goed. Een van zijn belangrijkste Zeeuwse klanten is de familie Van Citters. Te zien zijn twee jeugdportretten van de broers Cornelis en Aernout van Citters, en een dubbelportret van grootvader Willem met diens kleinzoon Wilhelm Aernout. Op de drie schilderijen laat Van Dijk zien wat hij in zijn mars heeft: de geportretteerden worden vaak vergezeld door een jachthond, paard of bureau met brieven, met daarnaast doorkijkjes naar landschappelijke elementen en bij Willem onder andere een toepasselijk uitzicht op het stadhuis van Middelburg, waar hij meermaals burgemeester was.

Het imposantste tentoongestelde werk van Van Dijk is het groepsportret van Nicolaas Steengracht, Anna Maria Spiering en hun drie kinderen uit 1733. Hoewel de onderlinge interactie wat te wensen overlaat, zijn de stofuitdrukking en compositie dik in orde. Het schilderij dateert van 1633 en Anna Maria is dan al opnieuw bevallen. Vermoedelijk was het schilderij eerder klaar en wachtte het in het Haagse atelier van Van Dijk op de voltooiing van de ronduit imposante lijst.

Gastconservator Jim van der Meer Mohr vermoedt dat het jongste kind op het schilderij bij moeder op schoot zit om haar zwangerschap te verhullen. Het schilderij hangt normaal gesproken een beetje achteraf in Kasteel Duivenvoorde, waar het via vererving terechtkwam en het weinig aandacht krijgt, omdat de geportretteerden geen directe band met Duivenvoorde hebben. Mooi dat het schilderij nu tijdelijk prominent zichtbaar is in Zeeland.

Jean Appelius, ‘Portret van Daniël Radermacher, Suzanna Libertina Boogaert van Alblasserdam en hun zoontje Samuel, 1759/72, foto: Rijksdienst Cultureel Erfgoed
Jean Appelius, ‘Portret van Daniël Radermacher, Suzanna Libertina Boogaert van Alblasserdam en hun zoontje Samuel’, 1759/72, foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Portret als familiedocument
Twee andere belangrijke schilders van de Zeeuwse elite zijn Jan Palthe (1717-1769), afkomstig uit Deventer, en Jean Henry Appelius (1721-na 90), geboren in het Duitse Hanau. Zijn de portretten van Palthe wat stijf – al varieert de kwaliteit per werk – Appelius schildert eleganter en hij heeft een groot gevoel voor de weergave van stoffen, patronen, kant en textuur.

Het loont de moeite om in de trouwzaal op de tenen te gaan staan en Appelius’ handschrift te bestuderen, bijvoorbeeld bij de portretten van Isaac Hurgronje en Johanna van Dishoeck. Opvallend is het weefsel van Isaacs jas, dat ook terugkomt op zijn portret van Daniël Radermacher, diens vrouw Suzanna Libertina Boogaert van Alblasserdam en hun zoontje Samuel, te zien in de raadzaal.

Dit familieportret heeft een bijzondere geschiedenis. Het werd betaald in 1759, toen zoon Samuel nog niet geboren was. De eerstgeboren Samuel overlijdt kort na zijn geboorte, later dat jaar. In 1764 komt andermaal een Samuel ter wereld. In het kasboek wordt bij 1772 vermeld dat Appelius hem tweemaal heeft geschilderd. Er bestaat een los portret van hem, en het tweede portret betreft zonder twijfel het bijschilderen in het familieportret. Die toevoeging is zichtbaar: de verhoudingen van de zoon zijn wat merkwaardig in het geheel.

De Radermachers waren, net als andere aanzienlijke geslachten, kien op de reeksen portretten, ook van hun voorouders. Zo groeien de collecties uiteindelijk uit hun voegen en moesten deze verdeeld worden. Veel portretten bevinden zich bij particulieren thuis, andere zijn ondergebracht in stichtingen of overgedragen aan musea of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Zie daar de diverse bruikleengevers voor deze tentoonstelling, die daarmee een inkijkje geeft in de Zeeuwse elite van de achttiende eeuw.

Zaaloverzicht ‘Zeeuwse portretten uit de achttiende eeuw’, foto: Frank van der Ploeg
Zaaloverzicht ‘Zeeuwse portretten uit de achttiende eeuw’, foto: Frank van der Ploeg

Een kwartierstaat van portretten
In de tentoonstelling vormt in een aparte ruimte een serie van zwartkrijttekeningen een ‘portretkwartierstaat’. Zeven tekeningen zijn in 1763 gemaakt door de rondreizende Duitser Johan Julius Heinsius. In 1784 voegt de Middelburgse schilder en tekenaar Jacob Perkois (1756-1804) een achtste portret toe van de dan jongste telg Johan Steengracht van Oostcapelle. Perkois is rond 1780-85 zelf geportretteerd door collega Abraham Meertens. Met dit portret van een Zeeuwse schilder, geschilderd door een Zeeuwse schilder, krijgt de achttiende-eeuwse Zeeuwse portretschilderkunst op de valreep figuurlijk en letterlijk een gezicht.

Op het eerste gezicht oogt die achttiende-eeuwse schilderkunst misschien wat stijf en formeel, maar wie beter kijkt, ziet hoe charmant en aantrekkelijk het is. De historische omgeving van het Stadhuismuseum draagt bij aan de beleving: de trouw- en raadzaal verkeren nog in achttiende-eeuwse staat.

Abraham Meertens, ‘Portret van Jacob Perkois’, foto: Zeeuws Genootschap
Abraham Meertens, ‘Portret van Jacob Perkois’, foto: Zeeuws Genootschap