18 december 2023

Dit artikel wordt u aangeboden door Museumtijdschrift en verscheen eerder in het papieren magazine.

Een tijdloze stoel maken: het geldt als dé lakmoesproef voor ontwerpers. Maar het meubel is ook het toonbeeld van macht of kan juist worden ingezet als activistisch object, toont het Centraal Museum.

Door Stefan Kuiper, kunsthistoricus en journalist

Anna Aagaard Jensen bij haar serie ‘A Basic Instinct’, 2018, polystyreen, polyurethaanschuim, talkpoeder, acryloplossing, glasvezel, pigment, lak
Anna Aagaard Jensen bij haar serie ‘A Basic Instinct’, 2018

De merkwaardigste stoel in de tentoonstelling ‘Stoel neemt stelling’ is afkomstig uit de Verenigde Staten en werd gemaakt door Bruce Nauman. A Cast of the Space Under My Chair (1965-68) bestaat uit precies dat: een afgietsel van de ruimte onder de stoel van de kunstenaar, inclusief uitsparingen waar het zitvlak en de poten zaten. Het is eigenlijk een non-stoel, dat blok beton van Nauman. Zoals een ding op een schilderij niet kan bestaan zonder de ruimte eromheen, is een stoel geen stoel zonder leegte eronder (of erboven, of erachter) en het is precies die leegte die hier tastbaar is gemaakt. Het aardige is: dat afgietsel kun je op zijn beurt ook als stoel gebruiken. Al zit hij vast niet comfortabel.

‘Stoel neemt stelling’ gaat over het wezen van de stoel. De tentoonstelling brengt honderd stoelen bijeen, van het interbellum tot de huidige tijd, om te onderzoeken wat dat is, een stoel, wat het was en wat het zou kunnen zijn – op enkele mag je zitten. Het parcours voert van het materiële naar het geestelijke: van een zaal met beroemde stoelen voert het naar een zaal over het maakproces, naar een over de stoel als maatschappijkritisch vehikel, om te eindigen bij de stoel als idee.

De expositie, vertelt conservator Natalie Dubois, wil onze blik op de stoel herzien. De toppers van weleer, zoals de kuipstoel van Eames en Verner Pantons Panton Chair, zijn present, alleen worden ze niet gepresenteerd als de onwrikbare meesterwerken waarvoor ze meestal doorgaan, maar als sociale en ontwerptechnische casestudies, inclusief kanttekeningen. Zo leren we over de lattenleunstoel van Gerrit Rietveld dat één eigenares, mevrouw Fraenkel-Nieuwstraten, deze stoel ‘onvriendelijk’ vond voor vrouwen met een knot, waarop de ontwerper de lange rugleuning speciaal voor haar aanpaste. Het zijn voetnoten, maar ze brengen het stoelontwerp wel terug tot menselijke proporties. Ze halen het weg uit de sfeer van boekjes als 100 Icons of Modern Design.

Gerrit Rietveld, aangepaste leunstoel, ca. 1923-29, beschilderd hout
Gerrit Rietveld, aangepaste leunstoel, ca. 1923-29, beschilderd hout

Prestige
Het is niet verrassend dat uitgerekend het Centraal Museum een dergelijk project heeft geïnitieerd. Het bezit de grootste collectie Rietveldmeubels ter wereld, maar ook het werk van hedendaagse ontwerpers als Maarten Baas en Tejo Remy is ruim vertegenwoordigd. Sterker: het zijn zulke contemporaine ontwerpers die het zwaartepunt van de collectie vormen, niet de klassiek-modernen als Marcel Breuer en Le Corbusier. Die stoelencollectie, vertelt conservator Dubois, zal in de toekomst een speerpunt van de collectie van het Centraal Museum vormen.

Het behoeft geen betoog dat de stoel een grote symbolische betekenis kent. Sinds mensenheugenis belichaamt het zitmeubel gezag. Het is een stoel (de troon) waarmee vorsten zich van hun onderdanen onderscheiden en het is een Stoel (de Heilige) waarmee de paus en zijn kardinalen worden aangeduid. Bent u Mark Rutte, dan bepaalt het aantal zetels in welke mate uw partij in de Tweede Kamer is vertegenwoordigd. Heeft u een baan als hoogleraar, dan bezit u een leerstoel.

Voor ontwerpers lijkt de stoel dan ook een prestigedingetje. Al in 1963 schreef de architectuurhistoricus Peter Collins dat sinds de eeuwwisseling het ontwerpen van een spraakmakende stoel voor architecten gold als de ultieme lakmoesproef, waarbij in de huidige tijd ‘architect’ probleemloos kan worden vervangen door ‘ontwerper’. Het is vaak een stoel waarmee de hedendaagse maker laat zien wat hij of zij waard is. Marcel Wanders en Joris Laarman braken door met spraakmakende stoelen, niet met salontafels of dressoirs.

Het ís ook een uitdagend object. Meer dan bij een kast, tafel of zelfs bed heeft de ontwerper van een stoel zich te houden aan harde eisen, zoals gedicteerd door het menselijk lichaam, met al zijn beperkingen en behoeftes. Die behoeftes zijn, vanzelfsprekend, allesbehalve onveranderlijk. Ze worden bepaald door sociale en recrea­tieve modes, waarbij het nooit helemaal duidelijk is wat volgt uit wat. Immers, wat was er eerder: het loungen of de Eames lounge chair?

Joost van Bleiswijk, ‘Outline Chair’, 2001, polyurethaan, MDF
Joost van Bleiswijk, ‘Outline Chair’, 2001, polyurethaan, MDF

Benen gespreid
Een stoel, meende de Deense ontwerper Hans J. Wegner, is pas af als iemand erin gaat zitten, maar sommige stoelen die Natalie Dubois en gastconservator Joost van Bleiswijk selecteerden voor ‘Stoel neemt stelling’ lijken pas af als iemand erdoor tot nadenken is aangezet. Juist omdat stoelen alomtegenwoordig zijn, zou het zitmeubel volgens de samenstellers in staat zijn om veranderingen in werking te zetten aangaande duurzaamheid, seksuele gelijkheid en andere aspecten van de goede zaak. De stoel dient hier, in hun woorden, als ‘activistisch en/of signalerend object’.

Een voorbeeld van zo’n activistische stoel is A Basic Instinct (2018) van de Deense Anna Aagaard Jensen. Zij ontwierp een set zitmeubels die vrouwen moeten stimuleren om meer ruimte in te nemen. Ze kwam op het idee toen ze zag dat de mannelijke gast in het Amerikaanse praatprogramma The Jimmy Fallon Show er ontspannen bij zat, voeten een beetje uiteen geplaatst – een houding die we kennen als ‘man spreading’. De vrouw naast hem, daarentegen, zat volledig ineengedrukt. Als reactie hierop bedacht Aagaard Jensen een serie amorfe, vlees­kleurige meubels, die van gestold kaarsvet lijken, maar in werkelijkheid bestaan uit glasvezel en acrylhars, gekleurd met pigmenten uit make-up. Een ervan heeft een zitvlak dat uitloopt in een paar borsten (of zijn het testikels?) en een ander heeft de vorm van een onderlichaam, uitlopend in twee stakerige, doch ferm neergeplante poten. Wie erop plaatsneemt, merkt dat zijn benen automatisch worden gestuurd in de houding die de benen van actrice Sharon Stone een kort moment aannamen in de be­­roemde scène in Basic Instinct: gespreid.

Een andere ‘activistische’ stoel is die van Martí Guixé. Het is een stoel over een stoel, namelijk de Monobloc. Deze witte plastic tuinstoel, die je overal ter wereld tegenkomt, van terrassen in Denemarken tot vergaderzalen in Tanzania, heet de meest geproduceerde stoel ter wereld te zijn. Er zouden zelfs meer exemplaren van bestaan dan er mensen op de wereld zijn. Die alomtegenwoordigheid wordt deels verklaard doordat het ontwerp geen patent kent en deels door het ontwerp zelf: stapelbaar en water- en windbestendig. De prijs zal de populariteit van de Monobloc ook geen kwaad hebben gedaan: ze doen een luttele 11,45 euro op bol.com.

Voor critici is de Monobloc echter het stoel­geworden kwaad. Voor hen staat het terrasmeubilair synoniem aan lelijk en vervuilend. Zij willen hem uit het straatbeeld weren en slagen daar soms ook in. In Bazel, bijvoorbeeld, was de Monobloc enkele jaren verboden in het stadscentrum. Naar aanleiding van dergelijke acties nam de Spanjaard Martí Guixé het op voor de tuinstoel. Hij beschouwt de Monobloc als ingenieus, goed gemaakt en democratisch. In Guixé’s reeks Statement Chairs zit een met goudverf beschilderde Monobloc, met daarop in rode letters de tekst ‘Stop discrimination of cheap furniture’. Poten af van onze Monobloc.

Martí Guixé, ‘Stop Discrimination of Cheap Furniture!’, 2004

Leuker, en ook duurzamer, zijn de ontwerpen die de Franse ontwerper Pierre Castignola presenteerde op de meest recente Dutch Design Week (niet opgenomen in de tentoonstelling). Van afgedankte Monoblocs maakte hij nieuwe creaties, waaronder stoelen en kandelaars. De inwisselbare massaproducten transformeerde hij tot futuristisch ogende unica. Op een toekomstige overzichtstentoonstelling zouden die zomaar eens kunnen opduiken in de sectie ‘iconen’.