22 mei 2024
Als columnist van Museumtijdschrift schrijft Pauline Broekema in elk nummer over haar persoonlijke kunstobservaties. In deze column, uit Museumtijdschrift nummer 3, over heimwee naar ‘de verte’.
Ook in een druilerige regen maakt de Rijn indruk. Ik loop over de brug naar Arnhem-Zuid en lees vanaf de oever een woordenreeks van de Zwitserse kunstenaar Rémy Zaugg (1943-2005). In kapitalen – het trema op Indonesië werd weggelaten – hangen de woorden aan de zijkant van de brug, hoog boven het water: “huizen-wind-de stroom-de verte-de utopie-indonesie-de boten-de zee-blauwe lucht”. Met dit kunstwerk typeerde de Zwitser de stad. Voor inwoners, bezoekers en nieuwkomers.
Nieuwkomers werden eind jaren vijftig ten noorden van de stad ondergebracht in barakken. Het waren Molukse gezinnen die naar Nederland kwamen met de beruchte toezegging dat terugkeer naar Indonesië weldra zou volgen. Maar het verblijf bleek niet tijdelijk te zijn. De Molukkers van het woonoord verhuisden in de jaren zestig naar Arnhem-Zuid, waar een nieuwbouwwijk uit de grond werd gestampt. De Molukse kinderen zullen snel gewend zijn geraakt. Maar hun ouders? Vaak bleef voor altijd het eeuwige heimwee naar ‘de verte’. De verte die steeds verder uit beeld raakte.
Ik kom langs flats en rijtjeshuizen, zoals die toen overal in Nederland verrezen. Een dag eerder diepte ik thuis, ergens achter uit een kast, een dik schrift op. In mijn dagboek, in mijn ‘buku harian’, zoals ik op de kartonnen omslag noteerde, hield ik bij wat ik meemaakte op Ambon en Saparua. De onvergetelijke reis begon in december 1978. Het verblijf op de Molukse eilanden zit diep in mijn hart. Daarom lees ik zelden in het schrift. Met die melancholisch stemmende aantekeningen over de geur van cengkeh (kruidnagel) en de kleden waarop deze specerijen lagen te drogen. De houten huizen met daken van gedroogde palmbladeren. De veelkleurige vlinders en de, zoals ik schrijf, “ontelbare hoeveelheid” vogels. De vrouwen, trots en statig in het lange zwart, onderweg naar de kerk. Al lezend herinner ik me hoe daarna door de hoge open ramen het trage zingen klonk, de psalmen en gezangen de baai bereikten en uitwaaierden over de zee.
En zo, de Huissensestraat volgend, vraag ik me weer eens af hoe dat moet dat zijn geweest om terecht te komen in een land waar de zon vaak niet schijnt en de ‘blauwe lucht’ van de woordenreeks op de brug ver te zoeken is.
Vastberadenheid
Op de hoek van de Huissensestraat en de Lobeliastraat staat een lage galerijflat. Ik heb mijn doel bereikt. Achter het trappenhuis is de tien meter hoge zijmuur waarop het zelfportret van Mual werd nageschilderd. Een geschenk is het, van Museum Arnhem aan de wijk.
Het originele werk, olieverf op papier, heb ik die ochtend in het museum in het echt gezien. Hendrik Johannes Mual (1932- 2015) werd als zoon van Molukse ouders geboren op Java. Toen het gezin in 1952 naar Nederland kwam was het Muals moeder die vond dat Henk zijn hart moest volgen. Geen opleiding tot boekhouder of iets in de landbouw. Hij beslist zelf, gebood ze. Henk Mual werd de eerste Molukse student op een kunstacademie in Nederland. Hij studeerde in Arnhem en Maastricht. En gaf later zelf les aan de academie in Leeuwarden.
Het zelfportret uit 1957 is een van zijn vroege werken. Hier staat hij nog aan het begin van zijn kunstenaarschap. De ernst en de vastberadenheid stralen ervan af. Ik stel mij voor dat hij op de academie, tijdens de lessen kunstgeschiedenis, gebiologeerd raakte door Van Gogh en zich liet inspireren door diens penseelbewegingen en kleurgebruik.
Ik doe een paar stappen achteruit om beter te kunnen kijken en struikel bijna over een hondje dat wordt uitgelaten. Wat een wonder dat het betrekkelijk kleine zelfportret, zo knap door kunstenaarscollectief De Strakke Hand op die enorme muur overgezet, ook daar groots, krachtig en indrukwekkend blijft. Dat zegt iets over de kwaliteit van het werk.
Wat gebeurt er trouwens achter het hoofd van de kunstenaar, heb ik me in het museum ook al afgevraagd. Achter die hand die behoedzaam het penseel hanteert. Er stroomt van alles. Groen, paars, aards bruin, met glanzend geel dat licht vangt.
Ineens schiet het me te binnen. Ik weet waar ik de kleuren eerder zag. Dat was vanuit de lucht. Toen het kleine vliegtuig in december 1978 bij Ambon de landing inzette. Onder mij lagen ze. De eilanden. In een veelkleurige zee die schitterde.
Dag Pauline, fijn om te lezen dat het werk van mijn vader goede herinneringen oproept. Het is dit jaar tien jaar geleden dat Henk overleed, vlak voor de opening van de expositie ‘spiegeloog’ waar het origineel van het werk voor het eerst te zien was in Museum Arnhem.
NB. Vanaf 11/12jan25, is tijdelijk, een groot deel van zijn werk ook in het voormalig museum HDMZ in Zandvoort te zien.
Dag Pascal, ik zie je bericht nu pas. Hartelijk dank! Wat fijn dat jullie zijn werk voor de expositie bij elkaar brachten. Of ik er aan toe kom weet ik niet. Maar het is zeker een reis naar Zandvoort waard!
Ik heb Henk Mual gekend op de academie in Arnhem.
Vooral de tafeltennis wedstrijden in de pauze tussen hem en Gaby Bovenlander.
Zij waren een stuk ouder en ik zag tegen ze op, als net losgelaten RK .
kostschoolmeisje.
Ik kwam elke dag met de bus van Apeldoorn naar Arnhem halverwege stapte Henk in de bus vanuit het kamp ergens in de bossen….
Wat een bijzondere herinnering Maria. Ook Gaby bracht, net als Henk Mual, haar jeugd op Java door. Misschien verklaart dat voor een deel hun band. En je hebt gezien dat recent een enorm vloerkleed van haar is veilig gesteld? Het verhuisde van het raadhuis van Epe naar het gemeentehuis van Valkenswaard.
Dag Maria, wat een leuke herinnering, het tafeltennissen heeft mijn vader Henk, meer gedaan. Als kind speelde ik met een (prijs)beker die hij met tafeltennis competitie won.
Nb.Hij is inmiddels overleden maar vanaf dit weekend is een groot deel van zijn werk te zien in Zandvoort in het voormalig HDMZ.
Hoe vind jet Malburgen nu? Ik werkte ook op de MAVO in Arnhem-Zuid aan de Zeegsingel. , maar mijn Molukkers kwamen uit Elst: Bakarbessy en Aponno waren de twee bepalende namen. Ik ben nog eens in Elst in het kamp geweest. De Molukse meisjes waren ongelooflijk ijverig en aardig. De jongens waren anders, maar het is een mooi stukje
Wat mij opviel is hoe zeer Arnhem, naast alles wat het verder aan moois biedt, een stad is van muurschilderingen. In Malburgen-Zuid beviel me bijvoorbeeld naast het zelfportret van Henk Mual, die minimalistische compositie. Op de zijgevel van de flat aan het Kleefseplein. En verder doorkruiste ik Malburgen en zag dat er hard gewerkt wordt aan de verduurzaming. Altijd goed te zien!