De Nederlandse kunstschilder Matthijs Röling (1943-2024) is woensdag 10 juli op 81-jarige leeftijd overleden. Röling was een figuratieve schilder, die in Groningen aan de wieg stond van het zogenaamde Noordelijk Realisme.

Zijn eigenzinnige keuze om te schilderen naar de waarneming, met veel aandacht voor natuurlijk licht, techniek en precisie, werd aanvankelijk niet gewaardeerd door collega’s en critici. Röling studeerde in de jaren zestig onder meer aan de Koninklijke Academie in Den Haag en aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam – van beide scholen werd hij verwijderd in een periode dat abstractie hoogtij vierde. Later werd hij gewaardeerd als een van de grootste figuratieve schilders van ons land.

Liefde voor het schilderambacht
Zijn vroege werk bestaat uit stillevens en mythologische voorstellingen. Later bekeerde hij zich tot mensfiguren en naakten om aan het einde van zijn loopbaan veelal prachtig gedetailleerde tuinen te schilderen. Röling was ook lange tijd als docent verbonden aan de Groningse Academie Minerva waar hij met zijn liefde voor ambachtelijke en traditionele aspecten van de schilderkunst tal van jongere kunstenaars inspireerde, onder wie Sam Drukker en Pieter Pander.
Nog onlangs was een groot overzicht van zijn werk te zien in het Duitse Bad Frankenhausen. De 90 werken uit ‘Matthijs Röling – Mythos und Natur’ waren afkomstig uit de collectie van het Drents Museum in Assen. In Museum De Buitenplaats in Eelde zijn monumentale wandschilderiingen van zijn hand te zien.

Röling was al sinds 2009 niet meer actief als kunstenaar. Hij overleed in zijn Groningse woonplaats Ezinge.