11 september 2024

De tentoonstelling ‘Man’ in Fotomuseum Den Haag toont een veelheid aan foto’s van mannen die mannen fotograferen, waarbij onderwerpen zoals erotiek en gender de revue passeren. De tentoonstelling daagt de heersende opvattingen over de mannelijke blik, ook wel bekend als de ‘male gaze’, uit en ontkracht deze in enkele tentoonstellingszalen.

Paul Kooiker, ‘Untitled’ (Hercules), 2020

De oudste foto in de tentoonstelling is een zwart-witfoto van Johan van der Keuken (1938-2001) uit 1963, waarop twee dansende mannen te zien zijn. Deze opname stelt direct onze hedendaagse, vaak argwanende kijk op seksualisering ter discussie. Weliswaar danst het stel met de lichamen strak tegen elkaar aan, maar een seksualiserende blik is niet aan de orde bij deze kennelijke volksdans, gadegeslagen door plaatselijke jongens en mannen.

Zaaloverzicht ‘Man’, met links de foto van Johan van der Keuken, ‘Twee mannen tijdens volksdans', 1963, foto: Bernard Kalu

Male gaze of male gays
De gedachte dat er één mannelijke blik bestaat, is op zichzelf al vooringenomen, al was het maar omdat dit impliceert dat die blik altijd op vrouwen gericht is en voornamelijk het doel heeft hen met de ogen uit te kleden. De manier waarop Erwin Olaf (1959-2023) in 1990 zijn mannelijke model Alandus in een nauw aansluitende strapless tricot jurk fotografeerde toont dat er ruimte in die mannelijke waarneming zit. Olaf maakt gebruik van licht en het strepenpatroon op de jurk om de bobbel op kruishoogte beter te laten uitkomen. In Olafs wereld wordt met ironie de male gaze in het spraakgebruik verbasterd tot male gays. Het zou hier hebben gepast ook de schaduwzijde van deze esthetiek te tonen: rond dezelfde tijd veroorzaakte aids vooral in de homoseksuele gemeenschap een menselijke kaalslag. Hier had het werk van Han Singels (1942) niet misstaan. Zijn foto’s van aidspatiënten drukten rond 1990 het brede publiek met de neus op de werkelijke aard van het ruïneuze en toen nog onontkoombare ziekteverloop.

Zaaloverzicht ‘Man’, met in het midden de foto van Erwin Olaf, ‘Alandus’, 1990, foto: Bernard Kalu

Vaderschap
Ook door heteromannen wordt met ironie naar hun eigen positie gekeken. In 1975 nam fotograaf Hans Eijkelboom (1949) plaats op de bank naast een vrouw met twee kinderen en noemde de foto die hij met de zelfontspanner maakte ‘Met mijn gezin’. Hij herhaalde dezelfde situatie verschillende keren met andere moeders met kinderen, zat daar ook stralend op de bank en relativeerde de unieke positie van de man in het gezin. Zo’n kleine tien jaar later fotografeerde ook Paul Blanca (1958-2021) zich als vader, naakt en met zijn pasgeboren zoon in de handen (Zelfportret, vader en zoon, 1984). Van ironie is geen sprake meer: het zijn de glitterende jaren tachtig en de fotograaf poseert als sexy model in een quasi sacrale band tussen twee generaties.

Hans Eijkelboom, ‘With my family’, 1975

Glamour

Het is dezelfde glamoureuze wereld waarin ook de foto’s van Robert Mapplethorpe (1946-89) zijn ontstaan. Deze foto’s zijn inmiddels zeer bekend, en rond een van de twee tentoongestelde foto’s, van het model Ajitto uit 1981, ontstond de laatste jaren controverse. Mapplethorpe zou zijn overwegend mannelijke modellen hebben ‘geobjectiveerd’ (ouderwets gezegd: als seksobject neergezet) en overschrijdende seksualiteit hebben overgeleverd aan de blik van een elite van welgestelde kunstkopers. De morele storm lijkt inmiddels geluwd, wellicht omdat wel duidelijk was dat Mapplethorpe ook zichzelf in seksualiserende handelingen en houdingen fotografeerde en die aan welke gaze dan ook overleverde.

De Japanner Yasumasa Morimura (1951) fotografeert uitsluitend zichzelf, zorgvuldig gecomponeerd in de rol van westerse übervrouwelijke iconen als Marilyn Monroe en Marlene Dietrich. Niet alleen de kleding en make-up is getrouw gekopieerd, bij een naaktpose bindt Morimura ook kostuumborsten voor. Zijn Self-portrait as Sylvia Kristel (1997) is van een Playboy-achtige openhartigheid. Toen het onderwerp van genderkeuze nog niet echt op de agenda stond, uitte Morimura al de wens “zich van het ons gegeven lichaam en karakter te bevrijden en zelf een samenstelling naar eigen voorkeur te kiezen”. Deze kleine tentoonstelling laat zien dat de grenzen van de mannelijke blik op de man niet ver genoeg kunnen worden opgerekt.