13 maart 2024
‘Op scherp’ toont de unieke collectie fotorealisme van het Centraal Museum. In duizelingwekkende weerspiegelingen spatten typisch Amerikaanse fenomenen als de Cadillac en shopscapes van het doek.
Direct bij binnenkomst sta je voor de ster van de tentoonstelling: ‘Blue Caddy’, het majestueuze portret van een Cadillac Sedan DeVille dat in 1971 is geschilderd door de Amerikaanse kunstenaar Don Eddy (1944). Een beter begin kun je niet hebben in een tentoonstelling over fotorealisme, de kunststroming die rond 1970 een kortstondige belangstelling genoot. Dat de schilderijen zijn gebaseerd op foto’s kun je heel goed zien, hoewel het in eerste instantie moeilijk is te beschrijven waarin hem dat zit. Is het de belichting, de uiterste scherpte en dan weer de onscherpte die aan fotografie doet denken?
Van Don Eddy weten we dat hij foto’s maakte als ‘model’ voor zijn schilderijen. Bij de Cadillac maakte hij een collage van tientallen foto’s, genomen vanuit net verschoven standpunten. Dat geeft de auto iets onwerkelijks, terwijl het de schilder vrijheden veroorloofde als het ontbreken van het linker voorwiel. De glanzende lak en het chroom op de uitbundig golvende carrosserie tonen zijn virtuositeit, maar zetten hem ook voor de opgave om complexe weerspiegelingen weer te geven.
Havana
Eddy gaf deze ‘behandeling’ niet alleen aan auto’s, ook maakte hij ingewikkelde voorstellingen waaronder spiegelende etalageruiten in drukke straten. Hij bereikte daarmee een duizelingwekkende reflectie van het straatbeeld met reclames, gevels, mensen en auto’s en de producten uitgestald in de etalage. In de tentoonstelling zijn soortgelijke ingewikkelde shopscapes van Eddy’s landgenoot Richard Estes (1932) te zien in zijn lithoserie Urban Landscapes (1972). Je denkt natuurlijk meteen aan popart met dit soort typisch Amerikaanse voorstellingen, tot het opvalt hoe nostalgisch deze schilderijen soms zijn. De Cadillac is er een zoals je ze nog in Havana ziet rondrijden, de shopfronts van Robert Cottingham vestigen de aandacht op ouderwetse geveldetails en Richard McCleans Angus with Blue Butler (1974) toont Amerikaanse boeren als moderne versie van het iconische boerenpaar in Grant Woods schilderij American Gothic (1930). En zo is Ben Schonzeits landschap met eenzame dode eik Greenport (Sunset) uit 1973 een bewonderende verwijzing naar de grootste negentiende-eeuwse landschappen van de Amerikaans-Duitse Albert Bierstadt.
Het Centraal Museum deed voor deze tentoonstelling een greep uit zijn rijke collectie fotorealistische schilderijen, waarbij Eddy’s Blue Caddy, Malcolm Morley’s Ship’s Dinner Party (1966) en het technisch verbazingwekkende Keith (1972) van Chuck Close tot de internationale top behoren. Eind jaren zestig werd schilderkunst doodverklaard en fotorealisme was een van de mogelijke impulsen tot reanimatie. Het mocht niet zo zijn; minimalisme en de zogenaamde fundamentele en experimentele schilderkunst wonnen het van de allesbehalve minimalistische voorstellingen. Toch is het fotorealisme ook schilderkunstig interessant. Het dwingt de schilder via de fotografische lens naar de werkelijkheid te kijken.
Gouden greep
Fotorealisme gaat dan ook niet om de weergave van het kleinste detail, laten de airbrush-schilderijen van de inmiddels 92-jarige Amerikaanse Audrey Flack zien. Zij is een van de vrouwelijke kunstenaars die op deze tentoonstelling als een correctie op de kunstgeschiedenis naar voren worden gehaald. Kunstenaars als de Canadese Allison Katz (1980) en de Schotse Lucy McKenzie (1977) breidden in deze tijd het repertoire uit. Een gouden greep van het Centraal Museum is om Esiri Erheriene-Essi (1982) een opdracht te verlenen.
Haar bewondering voor Malcolm Morley’s witte Ship’s Dinner Party vertaalde zij in een zwarte versie, eveneens gebaseerd op een gevonden foto, waarbij de tafelgenoten je dit keer uitnodigend aankijken. En daarmee legt Erheriene-Essi de vinger op de zere plek van het fotorealisme: haar schilderij maakt emotioneel contact met de kijker mogelijk, iets dat bij veel schilderijen op deze tentoonstelling een manco is. Ondanks, of juist vanwege, hun technische virtuositeit.