18 december 2024
Desolate landschappen zijn bezaaid met levenloze lichamen. Naakte mannen en vrouwen worden geketend, geofferd, gespiesd of belaagd door groteske wezens. Het oeuvre van Alfred Kubin is geen vrolijke boel. In het Albertina Museum in Wenen is nu een indrukwekkend overzicht te zien van zijn hallucinante pentekeningen en gouaches.
Alfred Kubin (1877-1959) groeide op in Salzburg en Zell am See, studeerde in München en trok zich in 1906, op 29-jarige leeftijd, terug in een kasteeltje op het landgoed Zwickledt, nabij Passau in Oostenrijk. Daar zou hij de resterende 53 jaar van zijn leven doorbrengen. Bij zijn overlijden liet hij een oeuvre van ruim twintigduizend tekeningen na. Zijn enorme werkdrift werd uit nood geboren: Kubin tekende om zijn demonen te bezweren. Een bevriende priester beweerde zelfs dat de kunstenaar “zonder zijn angsten beroofd zou zijn van zijn bestaan.”
Ongelukkige jeugd
De kiem werd gelegd in zijn jeugdjaren, die een aaneenschakeling van rampzalige en ontwrichtende ervaringen vormden. Kubins moeder overleed toen hij tien was, en zijn stiefmoeder trof niet veel later hetzelfde lot. Een oudere vrouw misbruikte hem seksueel, een kortstondige militaire carrière eindigde in een zenuwinzinking, een zelfmoordpoging (bij het graf van zijn moeder) mislukte en zijn eerste grote liefde overleed volkomen onverwachts.
Zoektocht naar gelijkgestemden
In 1898 ging Kubin aan de kunstacademie van München studeren. De kennismaking met gelijkgestemden (waaronder Wassily Kandinsky en Paul Klee) deed hem goed. Kubin was betrokken bij de oprichting van het befaamde kunstenaarscollectief Der Blaue Reiter, maar zou een andere richting inslaan dan zijn studie- en bondgenoten. Zijn voorbeelden waren kunstenaars als Odilon Redon, Félicien Rops, Francesco Goya en bovenal Max Klinger, een symbolist die naam had gemaakt met broeierige fantastische taferelen. In het kielzog van deze kunstenaars vond Kubin in de vroege jaren van de twintigste eeuw zijn artistieke draai en boekte daar al vrij snel successen mee. Hij transformeerde zijn angsten, (seksuele) frustraties en trauma’s tot kunstwerken. Zijn getroebleerde jeugd bleek een onuitputtelijke bron van inspiratie.
Angstaanjagende visioenen
Het zijn niet zozeer de gedrochten, folteringen, beulszwaarden, mismaakte ledematen en geestverschijningen die een onbehaaglijk gevoel bij de toeschouwer oproepen, maar eerder de verstikkende omgeving waarin ze gesitueerd zijn. Misschien is ‘gebrek aan omgeving’ wel een betere omschrijving, want we krijgen zelden vat op de ruimte waarin Kubin zijn angstaanjagende visioenen plaatst. Het is een en al schemering en mist. Nergens dringt een straaltje zonlicht door. Er zijn geen wolken, geen planten of bomen, geen straten, geen horizon, en vooral geen uitweg. Beklemmende koortsdromen zijn het, door Kubin gevisualiseerd in een tijd waarin zijn landgenoot Sigmund Freud opzien baarde met zijn publicaties over dromen en het onderbewustzijn.
Selectie uit de hoogtijdagen
Een aanzienlijk deel van het oeuvre van Kubin bevindt zich in het Albertina Museum. Voor de tentoonstelling is een selectie gemaakt van honderd werken, voornamelijk tekeningen, uit de jaren 1899-1904. Deze periode wordt beschouwd als zijn hoogtijdagen. Het heeft een indrukwekkende en fascinerende tentoonstelling opgeleverd. Benauwend ook. Al is het soms lastig om te duiden waar dat gevoel voor onheil nu precies uit voorkomt. Waarschijnlijk heeft het te maken met de krankzinnige manier waarop Kubin elementen combineert. Neem Macht (1903), een tekening van een stuurs kijkende zeehond die heeft plaatsgenomen op een hoge stapel menselijke knoken en schedels. De kracht schuilt in het ongerijmde van de combinatie. Met zijn vervreemdende en onheilszwangere kunst vormde Alfred Kubin een van de belangrijkste voorlopers van het surrealisme.