3 januari 2024
Dieric Bouts geldt als een van de belangrijkste Vlaamse meesters. In Museum M, in het Belgische Leuven, is een indrukwekkende selectie schilderijen te zien. Om de oude kunst met het heden te verbinden, wil het museum via hedendaagse beeldenmakers ‘een totaal nieuwe kijk’ op zijn werk bieden. Werkt dat?
De grote namen – Rembrandt, Rubens en Bruegel – blijven in trek, maar daarbuiten neemt de interesse voor oude kunst al jaren merkbaar af. Is dat omdat de christelijke traditie waaruit deze werken voortkomen bij het grote publiek steeds minder leeft, of zoekt de museumbezoeker van dit moment naar meer diversiteit dan de uitgesproken witte, westerse kunst van de oude meesters? Om een monografische tentoonstelling rond de Vlaamse Primitief Dieric Bouts (Haarlem? ca. 1410 – Leuven 1475) op het heden te betrekken, wordt het werk van de lokale Leuvense schilderheld er getoond temidden van moderne beelden. Zo moet Bouts naar voren komen als beeldenmaker, iemand die zich bedient van dezelfde trukendoos als hedendaagse reclametekenaars, filmmakers en persfotografen. Dat klinkt plausibel, en aansprekend ook.
Eddy Merckx
Maar vijfhonderd jaar oude schilderijen, en het is een indrukwekkende selectie, naast foto’s, cartoons en zelfs bewegend beeld met geluid. Werkt dat? Het publiek is er, dat zeker. Het is druk bij M Leuven. Maar de gemiddelde leeftijd van die bezoekers is grijs, grijzer, grijst. Games, Star Wars en Beyoncé ten spijt schittert de heilige graal van de museummarketing, de jongere, door afwezigheid.
Wordt de radicale aanpak, oud naast nieuw, even zo goed gewaardeerd? Zonder twijfel de beste van M’s confrontaties is die van een foto van wielrenner Eddy Merckx, direct na afloop van een gewonnen koers, met een Christuskop van Bouts, een zogenoemd andachtsbild voor privédevotie. Ondanks het verschil in beeldwaarde – voorbijflitsend nieuwsmoment versus eeuwigheid – en kleurintensiteit echoot Merckx’ uitdrukking van uitputting de stilte in het aangezicht van Christus. Dat de andere combinaties jammer genoeg minder sprekend zijn, zie je aan de beperkte tijd die de kijkers er voor nemen. Naar de geënsceneerde familiefoto’s van celebrity’s als de Beckhams, verspringend op schermen ingezet in de wanden, kijkt nog nauwelijks iemand. Het zijn de schilderijen als die van de Madonna met kind van Bouts waar ze mee vergeleken worden, waar alle aandacht naar uitgaat.
Flits-flits-flits
Met een goede belichting treedt het verschil in medium minder op de voorgrond bij de stilstaande beelden. Storend zijn de bewegende beelden waar het werk van Bouts en tijdgenoten gepaard wordt aan dat van filmmakers. Wil je een schilderij als dat van de Gevangenneming van Christus van een navolger van Bouts, een last-minute toevoeging aan de expositie, aandachtig bekijken, kun je beter geen epilepsie hebben. Flits-flits-flits doet het scherm met de desolate landschapsscènes uit de Star Wars-cyclus van George Lucas op de wand er achter, steeds weer. De eindeloze herhaling van beeld en jengelend deuntje van een Pasolini-film in een volgende ruimte is even irritant, juist bij een verstilde Bewening. Is de vergelijking tussen heden en verleden te algemeen, te weinig zeggend? Is de interesse van het publiek de maatstaf, dan komen de films er bekaaid vanaf, want ook de Star Wars-landschappen en Pasolini-beelden worden meestentijds voorbij gelopen.
Is M’s benadering om Bouts’ kwaliteiten als beeldenmaker naar waarde te schatten dan overtuigender in woord dan daadwerkelijk in beeld, in een tentoonstelling? Het publiek observerend lijkt het daar wel op, al blijft het als experiment interessant.
Zie voor een artikel over Dieric Bouts in Museumtijdschrift 8 van 2023: Museumtijdschrift 8
Misschien bezocht recensent Dorien de tentoonstelling op een moment dat meer representatief was dan het moment dat ik er een kijkje ging nemen. Ik was verrast door de variatie in leeftijd van het aanwezige publiek.
De reacties van het publiek op een bepaald moment gebruiken om aan veralgemeende waardebepalingen te doen vind ik een beetje gewaagd. Ik heb totaal geen boodschap aan een persoonlijk smaakoordeel (“jengelend” en “irritant”) over een herhaling van filmstills in z/w en een loop uit een spiritual. Die versterkten voor mij net de inleving in de leefwereld achter taferelen op de schilderijen.
Ik heb het ook wel zo ervaren dat bezoekers vooral leken te willen kijken naar en tijd nemen voor werken van Boutsen ea oude meesters. In dat opzicht kon het geheel mogelijks net zo goed werken met minder materiaal van hedendaagse beeldenmakers. Maar wat dan weglaten? Wat voor de ene bezoeker helpt om zich in te leven in de blik van de schilders en hun tijdgenoten kan grondig verschillen van wat werkt voor een andere. Zo kan bijvoorbeeld Nafi Thiam niet minder sprekend overkomen naast een vera icon dan Eddy Merckx.
Beste mensen,
Had dat niet eerder gekund? De tentoonstelling is op een paar dagen na voorbij!
Er zijn voor de museumtentoonstelling ook geen toegangskaarten meer te bestellen. Ik was er vandaag en deel wel de opvatting van de recensent, de werken van andere (recente) kunstenaars voegden niets toe. Er waren eigenlijk maar vrij weinig werken van Dieric Bouts zelf, veel was afkomstig uit zijn atelier of geschilderd door zijn zoon. Er waren naar mijn mening wel eigentijdse inhoudelijke toevoegingen met nieuwe VR techniek in de prachtige Pieterskerk en ook toepasselijke documenten over het werk van Bouts te zien in het fraaie stadhuis, met een goede audiotoer. In de stad leeft Bouts nu wel.