13 juli 2022

Het Dordrechts Museum pakt uit met negentiende-eeuwse schilderkunst die het buitenland presenteert als exotisch ideaal. Een hedendaagse epiloog zorgt voor ontnuchterende relativering.

Zaaloverzicht ‘Wanderlust’, foto: JM. Snoep

Sommigen van ons bereiden zich voor op de vakantie. Anderen zijn afgeschrikt door de chaos op Schiphol en blijven liever thuis. Maar of het nu is bij wijze van voorpret of als alternatief voor een internationale trip, een tochtje naar het Dordrechts Museum is de moeite waard. De grote zomertentoonstelling ‘Wanderlust’ verbeeldt niet alleen het reizen in geografische zin, maar is ook een reis in de tijd.
Vanaf 1800 zocht een steeds grotere groep Nederlandse kunstenaars inspiratie buiten de landsgrenzen. De Prix de Rome, die vanaf 1808 wordt uitgereikt, speelde daar een belangrijke rol in. Winnaars trokken naar Italië om zich te laven aan de overblijfselen van de klassieke oudheid, het zonovergoten landschap en de in hun ogen exotische bevolking. Dat leverde idyllische voorstellingen op die in het thuisland als zoete broodjes over de toonbank gingen. In een tijd dat fotografie en film nog niet bestonden, openden die schilderijen de blik op een wijdere wereld. Van de landschapjes met herderinnen in roze strijklicht die Abraham Teerlink schilderde, zou je kunnen zeggen dat ze functioneerden als toeristische souvenirs – een aandenken voor de welgestelde jongeling die terugkeerde van zijn Grand Tour of een belofte voor hen die nog zouden gaan.

Zaaloverzicht ‘Wanderlust’

Snoeiharde middagzon
Na Italië werden de Duitse rivierdalen, Normandië en het Franse platteland verkend, waar Johannes Tavenraat met opvallend krachtige toets, bijna expressionistisch, in 1841 paarden in de Maas schilderde. En al snel vergrootten kunstenaars hun actieradius, naar Noorwegen, Amerika, de koloniën en Noord-Afrika. Ferdinand Hart Nibbrig legde het Algerijnse Rummeldal vast in een pointillistisch hoogstandje waarin je de snoeiharde middagzon bijna voelt en de roze heuvel in de verte oplost in een zinderend lichtblauwe lucht.
Het merendeel van de getoonde schilderijen is een stuk realistischer van stijl, maar niet van inhoud. De landschappen zijn sterk geïdealiseerd, zoals de bruisende waterval die Alexander Wüst van grote hoogte in een Noors fjord laat donderen. De meeste kunstenaars werkten aan de hand van schetsen die ze in hun atelier uitwerkten in olieverf, waarbij ze zich nogal wat vrijheden veroorloofden ten aanzien van de werkelijkheid. Zo liet August Legras in zijn weergave van een Noord-Afrikaanse soek bewust de sporen van moderne technologie achterwege om zo een ‘authentieker’ beeld neer te zetten.
Veel van de negentiende-eeuwse schilderkunst in ‘Wanderlust’ is diep-romantisch. De kunstenaars zoeken niet alleen het exotische andere op, maar stappen liefst ook een andere, vroegere tijd binnen. Hun schilderijen zijn een vlucht naar een arcadisch verleden, toen het landschap nog niet ontsierd werd door fabrieksschoorstenen en de natuur nog ongerept was. Ironisch genoeg waren het juist de stoomboot en de trein die de Industriële Revolutie had voortgebracht, waardoor zij makkelijk naar die inspirerende landschappen konden reizen.

Zaaloverzicht ‘Wanderlust’, foto: JM. Snoep

Rozenblaadjes en flamingo
Op zichzelf staand is ‘Wanderlust’ een mooie, uitgebreide onderdompeling in hoogstaande negentiende-eeuwse schilderkunst. Maar de toevoeging van een hedendaagse epiloog geeft de romantische verheerlijking een scherp randje. De monumentale doeken van Hans Broek laten zien dat achter die reislust vaak plat winstbejag, uitbuiting en misdaden tegen de menselijkheid schuilgingen. Indrukwekkend is zijn schilderij van het Amsterdamse Paleis op de Dam, dat pikzwart en onheilspellend opdoemt uit een witte mist. Hier zetelde lange tijd het stadsbestuur, maar ook, zoals de titel van het werk aangeeft, de Sociëteit van Suriname. In die kolonie werkte Gerrit Schouten, die in ‘Wanderlust’ is vertegenwoordigd met botanische tekeningen – een viering van Gods schepping maar ook documentatie voor plantagehouders.
De titel van het hedendaagse pendant van ‘Wanderlust’ is ‘Watamula’, wat de naam is van de noordelijke Curaçaose rotskust en de titel van Kevin Osepa’s film. In dromerige beelden vol rozenblaadjes, brandende kaarsen, sluiers, rauw vlees en een flamingo toont de kunstenaar, die op zijn zeventiende naar Nederland verhuisde, een heel ander soort reis. Eentje die gendergrenzen overschrijdt, de binnenwereld induikt en het hier en nu verbindt met de wereld van geesten en voorouders.

Zaaloverzicht ‘Wanderlust’