11 december 2024
Artistiek engagement is in deze door crises getekende tijd belangrijker dan ooit. De tentoonstelling ‘The cake is a lie’, onderdeel van het jaarlijkse Impakt Festival in Utrecht, toont hoe kunstenaars ons wakker schudden. Met prikkelende ironie en soms een confronterende klap in het gezicht houden zij ons scherp.
Er woedt oorlog op zo’n beetje alle continenten, de klimaatcrisis verergert met de dag maar niemand lijkt er iets aan te willen doen en extreemrechts is het nieuwe politieke normaal. De moed zakt je als welwillende burger soms in de schoenen. Maar voor kunstenaars zijn dit schitterende tijden. Waren ze in vroeger tijden nogal eens veroordeeld tot de rol van gemarginaliseerde hofnar die men schouderophalend negeerde, nu kunnen ze echt een verschil maken. Tenzij zij zich laten muilkorven door censuur, de oren laten hangen naar commerciële belangen of zich op de vlakte houden uit angst gecanceld te worden. Maar dat geldt zeker niet voor de kunstenaars in ‘The cake is a lie’, de tentoonstelling van het jaarlijkse multidisciplinaire Impakt Festival in Utrecht.
Moedig tegen een hoge prijs
De moedigste onder hen is Kubra Khademi (1989). In 2015 stelde zij de benarde positie van vrouwen in Afghanistan aan de kaak door het centrum van Kaboel te doorkruisen in een harnas dat haar borsten, buik en billen benadrukt. In de video van de performance is te zien hoe ze wordt nagewezen en allerlei verwensingen krijgt toegeschreeuwd. De haat en het geweld stopten daarna niet waardoor Khademi zich gedwongen zag het land te verlaten. De prijs die zij betaalde voor een acht minuten durend kunstwerk was levenslange verbanning.
Nieuwe Hitler
Het ongemakkelijkste werk in ‘The cake is a lie’ is afkomstig van Roy Villevoye (1960). Reset (2016) is een griezelig echt lijkend beeld van Adolf Hitler op twintigjarige leeftijd. In 1909 zwierf de toekomstige Führer als berooide wannabe kunstenaar door de straten van Wenen. Je zou nog medelijden krijgen met deze jongeman op versleten schoenen wiens leven op dat moment nog alle kanten op kon gaan. Villevoye heeft hem in een krat geplaatst, opgeborgen als historisch artefact. Dat deze doos van Pandora open is, laat zich lezen als een waarschuwing: we leven in een tijd waarin nieuwe Hitlers kunnen opstaan.
Villevoye had Reset oorspronkelijk gemaakt voor de tentoonstelling ‘Hacking habitat’ (2016), dat net als ‘The cake is a lie’ uit de koker komt van Ine Gevers, curator van tentoonstellingen met hoge actualiteitswaarde. Een conservator van een Duits museum zag het beeld en was zo enthousiast dat hij het aan de collectie toevoegde. Maar toen het beeld eenmaal arriveerde, bleek de koper zich vergist te hebben in de ruimdenkendheid van zijn instituut en bezoekers. De aanwinst heeft nooit op zaal gestaan. Toch te heftig.
Supergeneesmiddel voor het leven zelf
De angst om verkeerd begrepen te worden zit er diep in bij musea, die bij het minste geringste bloot, geweld of ongepolijste taalgebruik al een triggerwarning plaatsen bij de ingang. En dat terwijl ambiguïteit en ironie misschien wel de grootste krachten zijn van kunst. In Utrecht zijn ze volop aanwezig. Bijvoorbeeld in Dr. Pill (2010-2012) van Joyce Overheul (1989), die mensen online opriep hun medicijnen op te sturen. Van deze medicijnen maakte zij een ‘supergeneesmiddel’ dat alle kwalen verhelpt, inclusief het leven zelf. Of de hoogst amusante Wilders Web Winkel van Dominique Himmelsbach de Vries (1983), waar je koffiemokken met ‘meer-minder’-opschrift, T-shirts, dekbedovertrekken, deurmatten (‘Welcome to our very free country’) en nog veel meer merchandise met Wilders-karikatuur kunt kopen.
Valse belofte
Hoewel ‘The cake is a lie’ een relatief kleine tentoonstelling is, is het engagement zeer divers. Zo neemt Julie Goslinga haar navelstarende collega’s op de hak in een animatiefilm. Hierin laat zij een gesprek tussen een recensent en een kunstenaar, gevoerd in gecodeerd kunstwereldtaaltje, volledig ontsporen. Aan de serieus onderzoekende kant van het spectrum presenteert Joshua Citarella (1987) symbolen van ideologische splinterclubs, van eco-extremisme tot anarcho-primitivisme. Wat de kunstenaars in deze tentoonstelling verbindt is vervat in de titel, die ontleend is aan een beroemde meme. De beloofde beloning is een illusie, luidt de boodschap. Maar dat kan deze kunstenaars niets schelen. Ze streven niet naar gewin of erkenning; ze doen wat zij doen, omdat ze vinden dat het moet.
Radicaal
Roee Rosen (1963) laat zien hoe radicaal dat soms is. Met rebusachtige tekeningen levert de Israëlisch-joodse kunstenaar commentaar op de oorlog in Gaza. Een fantoombeen verwijst naar de gevangenissen waar Palestijnse arrestanten zo stevig worden geboeid dat het leidt tot amputaties. Ook schreef hij een gedicht bestaande uit de namen van aanvalsoperaties van het Israëlische leger. Rosen heeft de tekeningen getatoeëerd op de torso’s van anonieme kunstliefhebbers en critici van de oorlog. Dat is nog eens wat anders dan een ingelijst plaatje aan een museumwand. Dit is kunst die zich inzet met huid en haar.
Wat een enge gedachte dat het lot van Palestijnen in zijn handen is.
Arme Henk, wat zielig joh!
Waar kun je deze deurmat kopen?
Bij de action of via marktplaats?
Zo’n deurmat wil ik hebben. Handig als ik met modder voeten uit de tuin kom.
De man is walgelijk, niet het kunstwerk.
wat een walgelijk ‘kunstwerk’ over Wilders.