27 november 2024

Het oeuvre van de zeventiende-eeuwse meester Wallerant Vaillant is opmerkelijk en veelzijdig. Hoewel hij als portretschilder een prominente rol in Amsterdam vervult, ligt zijn grotere betekenis voor de kunstgeschiedenis in zijn werk als krijttekenaar en pionier van de mezzotint-techniek. Met de tentoonstelling ‘Veelzijdig virtuoos – Wallerant Vaillant in Amsterdam’ haalt Museum Van Loon (Amsterdam) deze vergeten kunstenaar uit de schaduw.

Wallerant Vaillant, ‘Zelfportret’, ca. 1658, mezzotint, collectie en foto: Rijksmuseum Amsterdam

Wallerant Vaillant (1623-1677) is een kunstenaar voor fijnproevers. Zijn oeuvre nodigt uit tot nauwkeurige observatie, waarbij subtiele details zich geleidelijk ontvouwen. Vaillant onderscheidt zich niet alleen door zijn vakmanschap, maar ook door zijn vernieuwende technieken. Van een portretschilder uit de zeventiende eeuw verwacht men een tentoonstelling met olieverfschilderijen en misschien een paar voorbereidende tekeningen. En ja, er zijn gepenseelde schilderijen, maar het merendeel van de ruim vijftig getoonde objecten zijn krijttekeningen. Een goede tweede groep wordt gevormd door een bijzonder type prent, de mezzotint.

Zaaloverzicht ‘Veelzijdig virtuoos – Wallerant Vaillant in Amsterdam’ met links de leden van de familie Elias, foto: Frank van der Ploeg

Zwart krijt
Geboren in Rijsel (Lille) als oudste zoon van een lakenhandelaar gaat Vaillant in 1639 in de leer bij Antwerpenaar Erasmus II Quellinus. Het gezin Vailliant verhuist in 1643 naar Amsterdam, waar Wallerant zich vermoedelijk in 1645 bij hen voegt, nadat hij eerst zijn opleiding voltooit. Rond 1647-48 verkast hij voor een korte periode naar Middelburg en in 1648 is hij alweer terug in Amsterdam. Uit een inventaris is bekend dat hij in datzelfde jaar drie leden van de vooraanstaande Zeeuwse geslachten Radermacher en De Looper in zwart krijt heeft gevangen. Het heeft er alle schijn van dat hij in het eerste deel van zijn werkzame leven vooral heeft ge(portret)tekend, aangezien vroege schilderijen niet met zekerheid zijn aan te wijzen.

Wallerant Vaillant, ‘Pieter Elias’, 1653, krijt, gehoogd, collectie en foto: Amsterdam Museum

Familieportretten
In de zeventiende en achttiende eeuw dienen (voorouder)portretten bij elkaar te blijven. Bij veel verkopingen na het overlijden van een of beide ouders worden de portretten buiten de aangeboden boedel gehouden. In latere tijden vallen portretreeksen vaker wel dan niet uiteen. De collectie van Museum Van Loon is grotendeels gestoeld op de verzameling familieportretten en Vaillant schildert maar liefst vijf leden uit deze familie. Een van hen hangt in de tentoonstelling in het koetshuis, de overige zijn op hun plek gebleven tussen de talloze portretten van andere meesters, zoals in de Rode Salon.
Op de tentoonstelling is een compleet gebleven familiereeks uit 1653 te zien, bestaande uit drie generaties van de familie Elias in acht tekeningen: twee gebaseerd op oudere schilderijen en zes naar het leven. In deze intieme tekeningen gaan sfeer en trefzekerheid van de details hand in hand. Wimperharen zijn te tellen en kantpatronen lijken met schwung in het dekkend wit gekrast.

Wallerant Vaillant, ‘Pieter Elias’ (detail van het oog), 1653, krijt, gehoogd, collectie Amsterdam Museum, foto: Frank van der Ploeg

Visuele uitdaging
Tussen 1656 en 1665 is Wallerant actief in Heidelberg, Frankfurt en Parijs. In Duitsland doet hij de techniek van de mezzotint op. Deze uitzonderlijke graveertechniek is vermoedelijk uitgevonden door Ludwig von Siegen, naar een hoger plan getild door Ruprecht van de Palts en vervolmaakt door Vaillant, die Van de Palts in Duitsland ontmoet. Korte uitgelegd: een koperplaat wordt met een wiegijzer voorzien van een ontelbare reeks putjes. In dit opgeruwde oppervlak wordt de voorstelling gegraveerd, en kunnen delen weer wat gladder worden gemaakt, om halftinten te creëren. Hierdoor lijkt de afdruk meer op een schilderij dan met de vroegere prenttechnieken mogelijk is. Vaillant beheerst deze techniek, ook wel ‘zwartekunst’, als geen ander.
Een tentoonstelling met voornamelijk portretten vormt een flinke uitdaging om voor de bezoeker visueel aantrekkelijk te maken. Gastconservatoren Rudi Ekkart en Claire van den Donk zijn daarin geslaagd. Door te werken met groepen en afwisseling tussen verf, krijt en drukken is er samenhang en zijn er focuspunten. De virtuositeit van Vaillant doet de rest.

Wallerant Vaillant, ‘Pieter Elias’ (detail van de kraag), 1653, krijt, gehoogd, collectie Amsterdam Museum, foto: Frank van der Ploeg

Jan Six
Van Jan Six I is een olieverfportret te zien, naast de mezzotint die hiernaar is gemaakt. Zelfs de koperplaat die hiervoor is gebruikt, pronkt in een vitrine, samen met het papieren omslag waarin deze al eeuwenlang wordt bewaard. Op het omslag staat in het handschrift van Six dat het zijn portret betreft en het jaartal 1649. Voor de mezzotint kan dat echter niet kloppen, want die techniek beheerst Vaillant op dat moment nog niet. Het jaartal verwijst het vermoedelijk naar het olieverfportret, hoewel de samenstellers van de tentoonstelling daar anders over denken.

Zaaloverzicht ‘Veelzijdig virtuoos – Wallerant Vaillant in Amsterdam’ met portretten van Jan Six, foto: Frank van der Ploeg

Uit de vergetelheid
Er is nog veel onbekend over het oeuvre van Vaillant, die weinig aandacht heeft gekregen van onderzoekers. Ergens best gek, als je bedenkt dat hij altijd voor aanzienlijke geslachten heeft gewerkt. In 1672 is hij, samen met een flink aantal collega’s, aangezocht om een oordeel te vellen over een verzameling schilderijen. Zijn mening is als eerste opgetekend en hij ondertekent ook als eerste. Behalve dat hij zelf een meer dan bekwaam portrettist is geweest, is hij van overstijgend belang voor zowel de ontwikkeling van de krijttekening (waar later de pastel uit voortkomt) als de prentkunst. De tentoonstelling smaakt naar meer.

Op 17 december geeft Rudi Ekkart (een van de samenstellers van de tentoonstelling) een lezing over het werk van Wallerant Vaillant. Voor meer informatie klik hier.