6 januari 2020
A Grey Lady ofwel Miriam van der Meer is een grijze dame van midden zestig met praatjes. Als kunstomnivoor bezoekt zij regelmatig tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Op haar kleurrijke website agreylady.nl deelt ze haar mening over al die tripjes, in klare taal. Vanaf nu publiceert Museumtijdschrift elke eerste dinsdag van de maand een van haar actuele blogs.
‘Levenskunst’. Wat een mooi gekozen titel voor deze tentoonstelling over kunstenaar en vooral ook persoonlijkheid Aat Veldhoen. Aatje voor intimi.
In het Bergense Museum Kranenburgh zie je sinds 1 december de werken van de weerspannige Veldhoen die zijn leven tot kunst verhief en andersom: zijn kunst was zijn leven. Hij leefde voor, en omringde zich met zijn eigen verbeeldingen. Een veelkantig man ook, want hij maakte heel veel etsen, tekeningen, schilderijen, sculpturen, keramiek en (polaroid)foto’s.
Lees over en kijk mee naar het levenswerk van een man die via zijn kunst grip op zijn bestaan creëerde.
De kunst van Veldhoen is expliciet en onverbloemd: geen man van fluwelen handschoenen en zoete broodjes. Wel met een attitude. Het leven is wat het is en dat is soms/vaak/meestal mooi. Liefde, seks en erotiek en de schoonheid van het (vrouwen)lichaam. Maar ook rauw en ellendig: oorlog, vlucht, ziekte, verval en de dood. “Alle levensgebeurtenissen legde Aat Veldhoen warmhartig vast.”
Maar laat ik bij het begin beginnen…
Zijn vader was reclameschilder die op latere leeftijd alsnog naar de Rijksacademie ging en van hem leerde ras-Amsterdammer Aat Veldhoen (1934-2018) kijken. Goed kijken. Hij was ook degene die Aat stimuleerde om net als hij kunstenaar te worden.
Veldhoen trouwde heel jong (rond zijn twintigste met Lotje Ruting*) en kreeg met haar zijn eerste drie kinderen. Alles ging snel: ook zijn kunstwerken kregen al spoedig veel waardering van zowel pers als publiek.
In de vijftiger jaren kocht Veldhoen, van het geld dat hij ontving na het – driemaal op rij – winnen van de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst, zijn eerste etspers. “Later begon hij rechtstreeks op de offsetplaten te tekenen, om deze ‘rotaprints’ daarna in een grote oplage te kunnen drukken. Hiermee wilde hij zijn ideaal vervullen om kunst voor iedereen bereikbaar te maken.” Veldhoen beschouwde de prentkunst – ‘volksgrafiek’ – als een socialistische kunstvorm.
*Veldhoen trouwde 3 keer en daaruit werden 8 kinderen geboren. De laatste 22 jaar van zijn leven was Hedy d’Ancona zijn (4e) levenspartner.
Volksgrafiek
Op een bakfiets vol prenten reed hij (of zijn kompaan, provovoorman Robert Jasper Grootveld) tussen 1964 en 1967 door Amsterdam waar hij zijn grafisch werk voor drie gulden per stuk aan de man bracht. Veldhoen hoopte op een ‘prentenrevolutie’, maar hoe nobel ook, hij verziekte zijn eigen ‘markt’. De actie devalueerde de waarde van zijn eigen etsen.
En dat typeert de rebelse Veldhoen. Hij was republikein, fel anti-koningshuis, tegen geloof in welke vorm dan ook en hij noemde het militarisme en het kapitalisme verderfelijk. Hij was daarin “meedogenloos, grappig en doordraverig”, aldus metgezel Hedy d’Ancona in het boekje dat bij de tentoonstelling is uitgegeven (voor € 10,00 en een fijn aandenken aan de expo).
Veldhoen noemde zichzelf ‘manisch creatief’ en uit alles blijkt een niet-aflatende werkdwang. Zijn vier verdiepingen tellende huis (met op de bovenste etage zijn atelier) aan de Wittenburgergracht stond (staat) bomvol met eigen kunst. Geinig feitje: de deurkruk van zijn huis had de vorm van een penis (zijn eigen?), uitgevoerd in brons (‘Lid’, ca. 1989) en de bezoeker kon dus niet anders dan deze beetpakken (in de expositie is te zien dat de klink door al die betastingen een mooi ‘doorleefd’ patin heeft gekregen). Nog eens wat anders dan het formele handjes schudden bij binnenkomst.
Manisch creatief
En dat is een mooi bruggetje naar het stigma dat Veldhoen opgespeld kreeg. Met zijn ‘aanstootgevende’ onderwerpkeuze zou hij een erotisch kunstenaar zijn. Zo kreeg hij in de jaren zestig een boete van 25 gulden wegens het schenden van de eerbaarheid. Reden was het in de openbaarheid vertonen van zijn erotische prenten in een uitdragerijtje op de Prinsengracht “waar hij – anti-galerie als hij was – zijn grafisch werk te koop had hangen.” Het was de tijd van hippies, flowerpower en vrije liefde, met Amsterdam als alternatieve vrijplaats en ‘magies sentrum’. Veldhoen was een de vele exponenten van de (als langharig, werkschuw en voortdurend wietrokend betitelde) protestgeneratie, waar het “kleinburgerlijke” establishment toen schande van sprak.
In de tentoonstelling herinnert veel aan die tijd.
Ongefilterde oprechtheid
Ik was – in eerste instantie en ingegeven door mijn preutse inborst – enigszins bevreesd voor confrontaties met al te obscene afbeeldingen van veelsoortige seksscènes en/of gênante, verlegen-makende wellust, maar dat valt reuze mee. De kunstzinnige traktaties in ‘Levenskunst’ zijn helemaal niet groezelig of schunnig. Integendeel zelfs: zijn etsen van minnekozende paren zijn prachtig. Intiem, liefdevol en teder.
Veel van Veldhoens werk gaat over de gewone dingen, gewone mensen en alledaagse situaties. “Zijn levenslange en oprechte belangstelling voor alle aspecten van het menselijk leven”, zoals schrijver en columnist Simon Carmiggelt vriend Aat Veldhoen ooit beschreef, “vertaalt zich in tijdloze, universele beelden van mededogen, extase en reflectie, die voor iedereen toegankelijk zijn en dat ook voor de generaties na ons zullen blijven.”
Veldhoen – die geregeld voor opschudding zorgde – maakte landschappen, stillevens, (zelf)portretten en (zoals gezegd) veel naakten en scènes met vrijende paren. Uniek is de serie ‘ziekenhuisetsen’ die de kunstenaar maakte in het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis. Begin jaren ‘60 kreeg Veldhoen toestemming om chirurgische ingrepen en bevallingen vast te leggen (nu toch ondenkbaar…) en dat leverde prachtige prenten op.
“Met een Veldhoen aan de muur gaat het beter – op den duur”
De tentoonstelling ‘Levenskunst’ in Museum Kranenburgh werd samengesteld door de fotografen Koos Breukel en (dochter) Venus Veldhoen, die meer dan 200 werken uit het enorme oeuvre van de in 2018 overleden kunstenaar selecteerden. “Uit de tentoonstelling spreekt de levenslust en levenskunst van Aat Veldhoen ten volle”, aldus de (terecht) wervende tekst van het Bergense museum.
In de vertoning zien we ook werk dat workaholic Aat Veldhoen maakte na een beroerte met als gevolg de gedeeltelijke verlamming die hem op 69-jarige leeftijd trof (waardoor hij moest overschakelen van rechts- naar linkshandigheid). Daarnaast zijn in de expositie ook een grote serie persoonlijke polaroidfoto’s te zien, die ruimhartig werden uitgeleend door het Rijksmuseum in Amsterdam.
Ik persoonlijk (…) was, naast de mooie etsen, nogal gecharmeerd van de schetsboekjes ‘volgekladderd’ en beplakt met allerlei foto’s en aandenken. “Vanaf eind jaren ‘60 vulde hij deze kleine dagboekjes met (waterverf) tekeningen, krantenknipsels, snelle schetsen, foto’s en ideeën.”
‘Levenskunst’ van Aat Veldhoen is t/m 13 april te zien in Museum Kranenburgh, www.kranenburgh.nl.
Geraadpleegde literatuur: Wikipedia, Ons Amsterdam, Kunstbus.
Alle beelden tenzij anders vermeld: Miriam van der Meer, agreylady.nl.