25 augustus 2020
A Grey Lady ofwel Miriam van der Meer is een grijze dame van midden zestig met praatjes. Als kunstomnivoor bezoekt zij regelmatig tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Op haar kleurrijke website agreylady.nl deelt ze haar mening over al die tripjes, in klare taal. Elke eerste dinsdag van de maand publiceert Museumtijdschrift een van haar actuele blogs, deze keer spontane krabbels, zwierige serpentinestreken en slaolielijnen in Rijksmuseum Twenthe.
Nooit geweten dat er zoveel te zeggen valt over ‘de lijn’ in de beeldende kunst (in ieder geval reden tot veel hoofdbrekens onder generaties kunstwetenschappers). Ik heb mijn lesje geleerd: vorige week bezocht ik het mooie Rijksmuseum Twenthe, alwaar – naast andere interessante presentaties – de expositie ‘Picasso & Matisse. Beauty is a line’ over de lijn in de moderne en hedendaagse kunst te zien is.
Lijnen in allerlei vormen: spontane krabbels, zwierige serpentinestreken of slaolielijnen, klassieke, sierlijke contouren en in grote lijnen terug te vinden in het werk van Pablo Picasso, Henri Matisse en vele anderen. Ik hou je niet langer aan het lijntje: tijd voor interessant lijnenspel.
Grottekening en hiëroglief
Droedels en andere, soms gedachteloze krabbels. Zo teken ik op een kattenbelletje aan mijn (allerliefste) hulp in huis, steevast een smiley of – indien toepasselijk, zoals nu – een stralend zonnetje. “Sinds mensenheugenis worden lijnen gebruikt om uiting te geven aan een gedachte of een gevoel.” Aldus luidt de eerste zin van het voorwoord in de catalogus bij de expositie in Rijksmuseum Twenthe. “Of dat nu een grottekening, hiëroglief, geschreven letter (dat is immers ook een lijn) of een 20ste-eeuws schilderij is: de lijn is een krachtig communicatiemiddel. Met een simpele pennenstreek kan een herkenbaar gezicht, object of figuur op papier worden gezet.”
(Goed voorbeeld daarvan is het werk van de Italiaanse striptekenaar en animator Osvaldo Cavandoli. Hij creëerde ‘La Linea’ (de lijn), een tekenfilm waarin bijna alles bestaat uit één enkele lijn, dus zowel de hoofdpersoon Mister La Linea, als alles wat het figuurtje tijdens zijn avonturen tegenkomt.)
De emancipatie van de lijn
En juist het weergeven van de expressie – het gevoel, de emotie – werd vanaf het begin van de twintigste eeuw de missie van beeldend artiesten. Door de uitvinding van de fotografie hoefde de kunst zich immers niet meer bezig te houden met het zo realistisch mogelijk weergeven van de werkelijkheid. Wilde je levensecht, dan kon je net zo goed een foto maken, dus waarom moeilijk doen? De waarneembare realiteit werd door de moderne kunstenaar steeds vaker vervangen door een gevoelde of zelfbedachte ‘waarheid’: de eigen verbeeldingskracht.
Sindsdien begint een tekening of schilderij meestal met lijnen en werd die lijnvoering een doel an sich. Na de wiskundige, ‘academische’ lijnen van het zuivere perspectief, werd juist de vorm van de lijn een beeldbepalend element. “Want bedenk: hoe geef je die moderne, hoogst persoonlijke beelden weer, als je je steeds minder baseert op de visuele werkelijkheid die we met elkaar delen?” (Leert ons museumdirecteur Arnoud Odding in de catalogus). Ook dán is er geen ander ‘hulpmiddel’ dan de lijn, maar wel volledig vrij toegepast.
Vrijer en speelser
En daarvoor moet je natuurlijk bij Pablo Picasso wezen: die man heeft ‘De Lijn’ ongeveer uitgevonden. Tekenen was bij hem het beginpunt van het creatieve proces. En voor Henri Matisse geldt idem-dito-met-een-sterretje, zo blijkt in de expositie. Zij waren het die lijnen in het algemeen en contouren in het bijzonder steeds vrijer en speelser gingen toepassen. De lijnen zélf werden het kunstwerk (en goed te zien in hun beider vrouwentekeningen).
(Nog) een prachtig voorbeeld daarvan is de serie van elf lithografieën genaamd ‘De Stier’ die Picasso maakte in 1945 en 1946. Uit de zaaltekst begrijp ik dat de Spaanse kunstenaar de reeks begon met een volledig uitgewerkte afbeelding van een stier, om die dan in tien stappen te abstraheren en uit te komen op een tekening waarop ‘slechts’ een silhouet van een stier, maar nog steeds overduidelijk als zodanig herkenbaar. Ik dacht trouwens dat het precies andersom was: dat hij was begonnen met de litho met contouren van de stier en dat de kunstenaar die vervolgens steeds verder uitwerkte. Dat leek mij zoveel logischer (niet dus, want dat is zóóó voorbije eeuwen). “Picasso ziet kunst als de eliminatie van dat wat overbodig is” en precies dát zie je zo geweldig verbeeld in die stierenserie.
In hoofdlijnen lineair
Niet dat alle geshowde kunstwerken het belang en de betekenis van de lijn overduidelijk ten toon spreiden. Lang niet alle schilderijen geven zich zo makkelijk gewonnen. Wat doet bijvoorbeeld Charley Toorops ‘Zelfportret met wintertakken’ op de presentatie, anders dan dat het heel expressief is? Of Jan Sluijters’ creatie ‘Larens landschap met oktoberzon’? Nou ja, van die laatste begrijp ik het wel. Door de gebruikte techniek – die kleine streepjes – abstraheerde Sluijters een realistische gegeven.
Er hangen ook nogal wat schilderwerken van de Duitser Ernst Ludwig Kirchner waarvan je je af kunt vragen wat zij in deze vertoning te zoeken hebben. Josien Beltman (conservator hedendaagse kunst) biedt uitkomst, want zij verklaart de keuze voor Kirchner als volgt: “Het is met name de lijnvoering die het vroege werk van Kirchner een ongekende vitaliteit en energie geeft. (…) De zwierige, losse lijnenstroom geeft enorme schwung.”
Ritmische gymnastiek
Tot mijn verrassing en groot genoegen ook weer een werk van de hedendaagse kunstenaar Zoro Feigl (NL, 1983), gespecialiseerd in kunst- en vliegwerk (oftewel kinetische kunst). Ik weet niet wat het is, maar ik kom de man tegenwoordig overal tegen (niet in eigen persoon), maar dat is absoluut geen straf.
In ‘Beauty is a line’ sta je oog in oog met het zo toepasselijke werk ‘Hula’ uit 2016, waarin een lint ‘De Lijn’ vertegenwoordigt. Door een motortje aan het plafond wordt een lange, oranje ‘sjerp’ door de museumzaal geslagen (met het effect van de lint-oefening bij ritmisch gymnastiek). Met de zweepslagen neemt het werk alle ruimte in en het beduusde publiek kan niet anders dan zichzelf tegen de muur drukken om zodoende uit de buurt te blijven van het rondzwiepende lint. Heel fascinerend: je blijft kijken en dat is wat Feigls kunst met je doet. Met míj doet.
Zweepslagen
Tot zover deze expositie, maar – let op – dan ben je er nog niet qua kunstbeleving. Het Enschedese museum heeft veel meer in petto, zo bleek bij mijn visite van afgelopen week. Het was mijn eerste bezoek ooit (ik weet het: shame on me) en ik was blij verrast door de veelheid aan vertoningen met ieder voor zich grote vermaakswaarde. Je komt ogen tekort en overprikkeling dreigt. En om dat risico voor te zijn, hou je de rest van mij tegoed. Mijn volgende blogpost zal in het teken staan van de andere presentaties die een bezoek aan het Twentse Rijksmuseum tot een feestje maken.
‘Beauty is a line’, t/m 13 september in Rijksmuseum Twenthe, Enschede, MK geldig, www.rijksmuseumtwenthe.nl