16 maart 2023

Als columnist van Museumtijdschrift schrijft Pauline Broekema in elk nummer over haar persoonlijke kunstobservaties. In deze column, uit Museumtijdschrift nummer 2, over een uitzonderlijke ontmoeting met Marilyn Monroe. 

Een appartement in een kasteel in Toscane. Het was toen nog voor een heel redelijke prijs te huur. We wisten niet wat ons overkwam, eind jaren tachtig. Met z’n tweeën hadden we een deel van de benedenverdieping. Als je de tuindeuren opende, kwam de geur van citroenbloesem je tegemoet. Ons bed, de eerste nacht, stond in een alkoof met oude muurschilderingen die je het idee moesten geven dat je in een grot sliep. Dat had iets engs. Dus kozen we daarna voor een hemelbed in een ander vertrek.
Castello di Montegufoni ligt goddelijk, vlakbij Florence. Weer in Nederland vertelde ik mijn vader erover. Hij duwde ons een boek in handen over de Sitwells. Een oud Engels, steenrijk aristocratisch geslacht. Dat ik dat niet wist: het kasteel was hun buiten! We moesten toch nog iets van hun aanwezigheid hebben gevoeld? De broers Osbert en Sacheverell en hun onvergetelijke zus. Edith Sitwell, schrijver, dichter, mentor van veel kunstenaars. Nooit getrouwd. Had veel gehouden van de Russische surrealistische schilder Pavel Tchelitchew. Hij heeft nog zo’n prachtig portret van haar gemaakt! Hoe kon ik dat nou niet weten? Sindsdien voelt Edith als een oude bekende die ik met enige regelmaat tegenkom.
Deze foto, op de bank, ontdekte ik laatst pas.

Vlieg op de muur
De Australische voormalige oorlogsfotograaf George Silk (1916-2004) heeft de Tweede Wereldoorlog nog onder de huid zitten, als hij in januari 1953 een bijzondere opdracht krijgt. In Hollywood moet hij een uitzonderlijke ontmoeting vastleggen. Het Amerikaanse tijdschrift Life heeft het treffen gearrangeerd. In de hoop dat er op z’n minst een opmerkelijke foto te maken is van de excentrieke schrijver met het wereldberoemde sekssymbool.
Alles wijst erop dat Silk, zoals hij dat aan het front gewend was, de kleur van de omgeving heeft aangenomen. Een vlieg op de muur is geworden. Geprobeerd heeft niet op te vallen.
Aan de entourage verandert hij niets. Dat geeft alleen maar gedoe. Dus neemt hij die lelijke hotellampen voor lief. En dat snoer werkt hij niet weg. De tas van Sitwell blijft gewoon in beeld. Hij hoopt dat de vrouwen in gesprek raken, luistert en vooral: hij kijkt.
Edith heeft zich voor haar doen eenvoudig gekleed. Geen fluweel of brokaat. Geen overdaad aan de gebruikelijke grote, robuuste kleurige juwelen. Zonder haar extravagante hoofddeksel, de op een kroon lijkende hoed en de pauwenveren. Ze heeft een sjaal om haar hoofd en is gekleed in een eenvoudige japon. Monroe koos voor hetzelfde. Voor simpel.

‘Buitengewoon onbeschoft’
Om de foto meer diepte te geven, moet je er eigenlijk hun stemmen bij horen. De wat lijzige stem van Monroe. En die van Sitwell. Haar prachtige Engels, licht gebiedend met een soms groteske dictie. Op YouTube staat een BBC-interview uit 1959. Vijf jaar voor haar dood vertelt ze over haar ongelukkige jeugd. Hoe lelijk ze werd gevonden en hoe wreed ze werd genegeerd door haar moeder. Dat met cosmetische ingrepen was geprobeerd haar uiterlijk te veranderen. In het interview blikt ze kort terug op de ontmoeting met Monroe: ‘een ontzettend aardig meisje’ dat doorgaans ‘buitengewoon onbeschoft’ werd behandeld. Ze hadden over de antroposoof Rudolf Steiner gesproken. Monroe las net een boek van hem. In haar autobiografie schrijft Sitwell dat de wereldberoemde filmster in haar groene jurk met haar gele haar leek op een narcis. Dat haar gezicht soms profetisch tragische trekken had. Dat ze was als ‘een onschuldige vruchtbaarheidsdemon’. Ik ben geneigd die observatie met een korrel zout te nemen. Sitwell werd weleens verweten dat ze iets te goed wist hoe ze de media moest bespelen en dat ze te veel de excentriekeling uithing.
Wat ik zie in de foto? Ze hebben zich in elkaar herkend. Beiden waren getekend door een ongelukkige jeugd, waarin sprake was geweest van verwaarlozing en geweld. Of Sitwell kinderen had willen hebben, weet ik niet. Maar ze kijkt met een bijna moederlijke, vertederde blik naar het meisje dat eens gewoon Norma Jeane was. De jonge vrouw op de bank is niet gewend zo te worden bekeken. Toch voelt ze zich ineens zichtbaar veilig en op haar gemak. En dát is het moment waarop George Silk heeft gewacht. Hij beweegt. Hij laat zich zien. Hij drukt af. En weet dat hij ‘het’ heeft. De missie is geslaagd. Hij heeft zijn iconische foto.