12 september 2023

Alweer 75 jaar geleden werd de Cobragroep opgericht in Parijs. Ter gelegenheid van dit jubileum heeft het Cobra Museum een uitgebreide tentoonstelling samengesteld waarin niet alleen aandacht is voor de ontstaansgeschiedenis van Cobra, maar ook voor de invloed van deze revolutionaire kunstenaars op de generaties na hen. Karel Appel, Corneille en consorten wilden zich in de jaren vijftig bevrijden van een theoretisch keurslijf en tradities, en zochten naar spontaniteit in kindertekeningen, volkskunst en het schildergebaar zelf. Binnen gelijksoortige zaalthema’s worden Cobrakunstenaars tegenover tijdgenoten en hedendaagse kunstenaars gezet waaronder Cecily Brown. Zelfs Van Gogh met zijn vrije schildertoets wordt aangevoerd als voorganger van de Cobragroep.
De tentoonstelling wordt echt spannend bij het thema ‘gebaar’, wanneer slechts verfspetters en stroken op het doek achterblijven bij de werken van de Amerikaanse kunstenaar Julian Schnabel (1951) en de Oostenrijkse schilder Martha Jungwirth (1940). Het doet denken aan de bekende film van Jan Vrijman die in een eerdere zaal op een ietwat klein beeldscherm wordt getoond. Karel Appel smijt hierin geconcentreerd klodders verf op het doek en vertelt stoïcijns: “Ik begin vanuit mijn materie, dat is verf.” Precies deze vrijheid van het nieuwe schilderen galmt door de zalen heen.

Zaaloverzicht met ‘Vrouwen, kinderen en dieren’ (1951) van Karel Appel (l) en ‘De keuken’ (1948) van Pablo Picasso (r), foto: Peter Tijhuis