10 oktober 2023

In de kelder van Museum Kranenburgh ruikt het naar gras en er liggen hoopjes aarde op de grond en in baklijsten aan de muur. De geur is afkomstig van het plantaardige textiel dat Diana Scherer (Duitsland, 1971) maakt. In het Bergense museum zijn de werken opgerold, ingelijst en opgehangen, waardoor we ze van elke kant kunnen bewonderen.
Op een zorgvuldig ontworpen worteldoek met diverse patronen laat zij gras groeien. De wortels van de plant worden door het doek in verschillende richtingen gestuurd. Na een aantal maanden draait Scherer het geheel om. Het gras droogt uit en de wortels vormen het eindresultaat, een stevig weefsel van wat het gras hiervoor in leven hield. Hoewel het fascinerende werkproces van Scherer in de tentoonstelling wordt uitgelegd, blijft er nog genoeg mysterie over. Op zaal groeit een weefsel in groeilicht, onder het felgroene gras maken de wortels een voor ons nog onzichtbaar schilderij.
Ook gaat de tentoonstelling in op de betekenis van Scherers haar artistieke interventies op de natuur. Zo lezen we in de zaalteksten dat haar plantenweefsels als een vanitas te begrijpen zijn, die herinneren aan leven en dood. Scherer zelf wordt door het museum bestempeld als land-artkunstenaar die kritiek levert op de uitbuiting van de natuur, maar er tegelijkertijd zelf mee aan de haal gaat. Los van deze voorgeschotelde interpretaties voelen de werken aan als tegenstellingen, waardoor je je afvraagt waar je eigenlijk naar kijkt: een door de mens gemaakt kunstwerk of een natuurlijk proces?

Foto: Michel Claus
Foto: Michel Claus