12 oktober 2022

Kunsthuis Marres in Maastricht presenteert een artistieke weergave van de Indiase miljoenenstad Kolkata (voorheen Calcutta). De uitwaaierende tentoonstelling voelt als een bedwelmende tocht door de stedelijke wirwar van India.

Sumantra Mukherjee, wandinstallatie met postercampagne ‘Mass Q Line’, 2022

Kolkata: Run in the Alley is een productie van de Calcutta Art Research Foundation (CARF), een Indiaas-Nederlands artist-in-residenceprogramma. Hierbij verkennen voornamelijk Nederlandse gastkunstenaars Kolkata met Indiase collega’s ter plaatse. In deze overrompelende expositie is nu het resultaat te zien van deze samenwerking. Net binnen in Marres is het meteen raak, wanneer je stuit op een goed-lelijke collagesculptuur in neonkleuren, een stoomketel en reclames voor de Calcutta Talent Search School waar je leert beeldhouwen en je handschrift kunt verbeteren. Massage: ook mogelijk. Bonno van Doorn vatte in dit knetterende bouwsel – met dampobjecten van Ruchama Noorda – zijn vervreemdende straatervaringen samen.
Meer ingetogen maakte Tim Breukers met ambachtelijke bronsgieters wonderlijk geassembleerde sculpturen. Van Maartje Korstanje is er een grillig zitje van versterkt karton en textiel, geïnspireerd door de banyanboom. Op het bankje kun je een Amerikaans aandoende graphic novel van Sarbajit Sen over het straatleven bekijken.

Bronzen kleinsculptuur van Tim Breukers

Beestachtig
In de voorkamer van het voormalige woonhuis hangen nonchalante composities van Arunima Choudhury, waarbij de ambachtelijke maakwijze van bruinige plantenpigmenten op lompenpapier beeldbepalend is. Bij Srikanti Pauls klassiek-moderne houtsnedes van geëxalteerde personages, als de angstaanjagende hindoegodin Kali, vraag je je af hoe hij dit gigaformaat door de drukpers haalde. Sneed hij in een op de vloer gelegde plaat, die hij na het inkten met de roller handmatig op papier afdrukte?
Aan Sumantra Mukherjee valt niet te ontkomen. Hij ‘veroverde’ de gang en het trappenhuis als een straathoek. Mukherjee geeft de nu bravige Nederlandse streetart het nakijken. Hij plakt protestaffiches naast op karton geschilderde versies van hindoegoden en demonen. Ook speelt hij met culturele betekenissen: hoe een aardgodin uit duisternis en destructie levensenergie schept, zoals Mukherjee als beestachtig expressionistische schilder eigenlijk zelf ook doet.

Zaaloverzicht met installatie van Maartje Korstanje en de graphic novel van Sarbajit Sen

Rustig en ambachtelijk
Bescheiden presenteert medesamensteller en CARF-directeur Praneet Soi zich halverwege de trap met een kleine muurschildering van een vis en een kreeft, gebaseerd op negentiende-eeuwse volksschilderkunst. Soi onderging in 2002 als resident op de Rijksakademie in Amsterdam een cultuurschokje. Om het artistieke concept niet te ondergraven, leerde een kunstenaar toen over persoonlijke invloeden te zwijgen. Nu denkt hij daar anders over: “Vertrouw altijd het eerst op je handen.”
Op de bovenetage overheerst rustig ambachtelijk en grafisch werk. Paula Sengupta illustreerde een Tibetaanse vertelling op een tienbladige leporello. De Japans-Nederlandse Sachi Miyachi tekende verkennende kleurpotloodschetsjes van architectuur, mandala’s en verpakkingen. Koen Taselaar ontwierp een tentoonstellingsconstructie en een superbe, overdecoratief wandkleed met (westerse) leestekens. Henri Jacobs vertaalde stoeptegels in Kolkata naar keramische ornamenten, die hij – weer een residency later – uitvoerde in Arita, Japan. Tegen de tijdgeest in bewijst deze overrompelende expositie dat speelse ‘culturele toe-eigening’ tot het werkterrein van de kunstenaar hoort.

Srikanta Paul, ‘De wraakgodin Kali’