13 september 2023

Als columnist van Museumtijdschrift schrijft Pauline Broekema in elk nummer over haar persoonlijke kunstobservaties. In deze column, uit Museumtijdschrift nummer 6, over ‘de waslijn’ over de Maas van Auke de Vries.

Auke de Vries, ‘Maasbeeld’, 1982, Rotterdam, foto: Otto Snoek

Een bolle wind brengt de rivier in beweging, een eendenpaar laat zich met wat jonkies meedeinen op de golven. Zou ik in Rotterdam wonen, dan was deze plek aan het water, aan de noordoever van de Nieuwe Maas, een van mijn vaste stekken. Hier zou ik regelmatig zitten, bij die gigantische stenen pijler waarop eens de spoorbrug rustte.
Ik herinner me het afscheid van dat zogenoemde luchtspoor nog. Het liep over de Nieuwe Maas. In 1993 maakte ik er voor het NOS Journaal een reportage over. In de donkere avond reed voor een laatste keer, hoog boven de rivier, de trein over het spoor. Voor de gelegenheid waren het oude rijtuigen, getrokken door een stoomlocomotief. Bijna onophoudelijk liet de machinist het melancholieke geluid van de stoomfluit klinken. Duizenden Rotterdammers namen afscheid. Velen geëmotioneerd. Alsof er een stuk van henzelf verdween. Dezelfde tranen zag ik in 2011 weer. Na het overlijden van Feyenoordlegende Coen Moulijn.

Ik zit aan de rivier, op de beschoeiing van basalt. Met vlak voor me het kunstwerk van Auke de Vries. Maasbeeld strekt zich uit over een breedte van 182 meter. Links is het verankerd in de Willemsbrug en rechts hangt het, met een contragewicht, aan die reusachtige grijze voormalige spoorbrugpijler.
Vanaf de kant wil ik vaststellen hoe de installatie, die ik lang niet heb gezien, zich verhoudt tot het huidige Rotterdam. Kan het beeld de concurrentie met de veranderde omgeving aan?
Aan de overkant van het water verheffen zich tegenwoordig op de Kop van Zuid de wolkenkrabbers. En in Noord verschenen, tussen wat er al aan hoogbouw stond, nieuwelingen zoals de Zalmhaventoren en de Cooltoren.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je je daar aan de rivier, met het zicht op hoog-hoger-hoogst, niet moet laten afleiden. Dat je je nog meer dan vroeger moet concentreren om te kunnen ontdekken hoe knap Maasbeeld is gecomponeerd. Hoe evenwichtig het is. De installatie gebiedt je tot rust te komen en te kijken. Er je eigen verhaal, je eigen herinneringen aan te verbinden. De krachtpatserij om je heen te negeren en te zien hoe je wordt verbonden met de rivier.

Dankbaarheid
‘De waslijn’, zoals het beeld in de volksmond heet, maakt geluid. Auke de Vries heeft zich trouwens nooit gestoord aan die al snel door de Rotterdammers gegeven bijnaam. Integendeel. Het bewees voor hem juist dat het publiek die waslijn in het hart sloot.
Zittend bij het beeld hoor je metaal op metaal, zoals aan boord van een schip. Het is de bal die haakt aan een andere haak en op de maat van de golven mee walst. Bij vloed raakt hij het water, of gaat soms zelfs kopje onder.
Er is die enorme veer, zie er in wat je wilt: een wimpel aan een scheepsmast dansend in de wind, water zoals het kolkt bij een brugpijler of in een sluis. De kabels … ze hangen of staan strak als trossen waarmee schepen worden vastgelegd.
Die rechthoekige plaat in het midden is een verwijzing naar een scheepsbord, waarop de verplichte scheepsnaam staat vermeld. Dit bord is zwart en draagt geen naam. Het nodigt het publiek uit om er zelf in gedachten één op te noteren. ‘Vertrouwen’, ‘Horizon’, ‘Toekomst’ of, zoals ik laatst in de haven van Monnickendam op een schip zag staan: ‘Dankbaarheid’. 

‘De waslijn’ werd in 1982 gespannen en sindsdien lijkt de rivier steeds meer van iedereen te zijn geworden. Dat was ook wat De Vries wilde. De rivier teruggeven aan alle Rotterdammers. Snelle watertaxi’s trekken schuimende sporen over de Nieuwe Maas. Een pannenkoekenschip vaart loom voorbij. Een partyboot legt aan, feestgangers gaan van boord, op de rivier is een verjaardag gevierd.
Het deinende eendenpaar heeft na anderhalf uur nog steeds alle kleintjes bij elkaar. Ze zakken de rivier af, dobberen richting Erasmusbrug. ‘De zwaan’ kwam veertien jaar na de onthulling van ‘de waslijn’ gereed. En kijk wat er is gebeurd. De gigantische tuidraden, opgehangen aan de enorme geknikte pyloon, blijken een geschenk. Ze maken op de achtergrond joyeuze strepen. Als een volkomen terechte hommage aan Maasbeeld.