15 februari 2023

Kees Goudzwaard staat met één been in de achttiende-eeuwse trompe-l’oeiltraditie en met het andere in de formele schilderkunst. Dat levert composities op die uitnodigen tot overgave aan een subtiel spel van verf en volumes.

Zaaloverzicht met ‘Daytime’ (2022) en ‘Facsimile Rakelings Leven’ (1999), foto: Koen Kievits

Naast penselen en paletmes behoort afplaktape tot de basisuitrusting van veel schilders. Zo gebruikte Mondriaan voor zijn Victory Boogie Woogie honderden stukjes gekleurd cellotape. Zo’n plakkertje stelt de kunstenaar in staat kleurvlakken messcherp af te bakenen. Zodra de verf voldoende gedroogd is, wordt het weer verwijderd. Maar zo werkt het niet bij Kees Goudzwaard.
In zijn werk wordt het hulpmiddel onderwerp. Met rollen tape en vellen gekleurd papier bouwt Goudzwaard ‘modellen’. Als de compositie na eindeloos heroverwegen en herschikken eindelijk zijn goedkeuring kan wegdragen, schildert hij alles minutieus na, tot het laatste rafelige plakbandje aan toe. Als dat klaar is, vernietigt hij het model en blijft alleen de verbeelding in verf over.

‘Around the Middle’, 2022, foto: Koen Kievits

Krabbels op vergeeld papier
Het werk van Kees Goudzwaard is zelden te zien in Nederlandse musea en dat is onterecht. De huidige tentoonstelling bij Collectie De Groen in Arnhem maakt nog eens duidelijk hoe eigenzinnig en uit duizenden herkenbaar zijn oeuvre is. Voor liefhebbers van schilderkunst is dit één groot feest. Want bij Goudzwaard gaat het meer om het ‘hoe’ dan het ‘wat’. Anders dan bijvoorbeeld Lieven Hendriks, die niet van echt te onderscheiden geknipte gaten in doeken en met de vinger in het stof van een vieze auto geschreven teksten schildert, zet Goudzwaard zijn fabelachtige trompe-l’oeiltechniek niet in eerste instantie in om een levensechte illusie te creëren. Dat we naar plakbandjes kijken is net zomin van belang als de tekst op de twee dozijn dichtbeschreven blaadjes van brieven die in Facsimile Rakelings Leven het vlak vullen. De titel suggereert misschien een psychologische of zelfs existentiële lading – penvrienden die elkaar niet ontmoeten of begrijpen – maar zinnen als “op zulke momenten ga ik aan de postbode twijfelen” of “ik kreeg een teken en wist er geen raad mee” geven weinig prijs. Het gaat uiteindelijk ook niet om de betekenis van die krabbels, maar de om de bladspiegel waar ze aan bijdragen. Zet een paar stappen naar achteren en de letters verliezen hun individuele vorm. Ze worden onderdeel van het ritmische patroon van velletjes in verschillende staten van vergeling.
Ook Around the Middle suggereert iets: zes blauwe stukjes tape cirkelen als brokkelige planeten rond een hoekige, mat witte ster. In Collage zou je zelfs een abstract mannetje kunnen herkennen. Maar het zijn allemaal subtiele verleidingstrucs om het oog van de kijker de voorstelling in te trekken. Eenmaal binnen blijft hij rond stuiteren als een balletje in een flipperkast.

Zaaloverzicht met ‘Indigo’ (2022) en ‘Collage’ (2014), foto: Koen Kievits

Luchtledigheid
Hoe cerebraal de schilderijen van Goudzwaard ook lijken, het bekijken ervan is een ronduit zinnelijke ervaring. Zo wordt het rood in Catalogue Page (2014), dat door onregelmatige horizontale strepen wordt onderbroken, naar het midden toe dieper waardoor het naar achteren lijkt te schuiven en aan je buik trekt. In Untitled (2021), waarin veelkleurige plakbandjes als geclusterde toetsen over het doek zijn gestrooid, kan het oog maar niet besluiten of het van boven naar onder of van links naar rechts moet gaan. En in het wonderschone Indigo (2022) wordt de voorstelling gemaakt door de streepjes wit tussen de vellen papier – eigenlijk door wat er niet is – en lost zelfs dat op in een gevoel van luchtledigheid als de vellen elkaar overlappen.
Speciaal voor de tentoonstelling in Arnhem heeft Goudzwaard ook nog een groot wandwerk gemaakt. Met vellen risoprint vult hij een vlak van vijf bij vijf meter met wittinten op een witte achtergrond. De kunstenaar laat daarmee zien het spel van verhoudingen en balans zo goed in de vingers te hebben dat hij banaal afplaktape zelfs op monumentale schaal kan laten werken.

Zaaloverzicht met ‘Collage’ (2014) en ‘Muurwerk Collectie De.Groen’ (2023), foto: Koen Kievits