7 december 2020
Als vaste columnist van Museumtijdschrift geeft Oek de Jong in elk nummer zijn kijk op kunst. In deze column, uit Museumtijdschrift nummer 8, over tijdloosheid en stilte in het werk van Richard Long.
De landartkunstenaar Richard Long (1945) groeide op in Bristol, een havenstad aan de zuidwestkust van Engeland. In een interview vertelt hij dat zijn vader onderwijzer was en de gewoonte had om elk jaar de kinderen uit de binnenstad een dag mee te nemen voor een wandeling langs de rivier naar het dorpje Pill, waar de loodsen woonden. Onderweg wees hij zijn leerlingen natuurlijk op het een en ander. In Pill staken ze met een veerpontje de rivier over en stapten daar op de trein naar huis. Deze wandeling werd een traditie. De jonge Richard vergezelde zijn vader op die excursies. Hij vertelde ook dat zijn vader de gewoonte had om zijn gezin mee te nemen naar Pill als het springtij was – het getijverschil in het Kanaal van Bristol is een van de grootste ter wereld.
Wat mij treft in dit verhaal, afgezien van het motief van de wandeling, is de herhaling. Elk jaar wandelde vader Long met zijn leerlingen vanuit Bristol langs de rivier. De wandeling, de dagen of weken durende voettocht, is hét handelsmerk van Richard Longs kunst geworden en herhaling speelt daarin een cruciale rol. Al vijftig jaar legt hij in de meest afgelegen streken op aarde zijn wereldberoemde cirkels. Het zijn meestal cirkels van stenen, soms zijn ze van drijfhout, takken of sneeuw gemaakt. De cirkel, in al zijn eenvoud en mysterieuze kracht, is Longs belangrijkste motief. Steeds opnieuw maakt hij die lange reis, die voettocht met tent en rugzak door een woest gebied om een cirkel te leggen, in Vuurland op de zuidelijkste punt van Zuid-Amerika of aan Beringstraat in het Hoge Noorden. Het heeft iets betoverends om te bedenken dat op tientallen plaatsen op aarde – plaatsen waar vrijwel niemand komt – zijn cirkels liggen.
Ondertussen woont Richard Long nog altijd in Bristol. Elke reis eindigt waar hij zijn leven begon.
De cirkel op deze foto legde hij in de Sahara. Eerste indruk: een gebied zo oud als de wereld, waar de bergen door erosie grotendeels zijn weggesleten. In het midden van het beeld staat een bergstomp, aan de voet omringd door een massa puin. In de verte ligt een lage bergketen, ook sterk afgesleten. Het is haast wel zeker dat Long op deze plaats is gestopt vanwege die opvallende bergstomp die zich, zo wist hij, op de foto onherroepelijk en betekenisvol zou verbinden met de cirkel op de voorgrond. Hij is aan het werk gegaan. Elke steen in de cirkel heeft hij daarnaartoe gedragen. Stenen, zo besef je, die nog nooit door een mensenhand zijn aangeraakt. Toevallig zijn het deze stenen en geen andere. Elke steen voegt zich in een geheel met andere. Het midden wordt vrijgemaakt. Dit alles in een wereld waarin de mens er niet toe doet, waar eigenlijk niets ertoe doet. Long maakt van het landschap, de bergstomp en wat stenen een sculptuur.
Omdat er op de foto zo weinig te zien is, krijg je de neiging om beter en langer te kijken, om details in je op te nemen. Je wordt aandachtig. Ook die cirkel van stenen ‘in the middle of nowhere’ roept die aandacht op.
Richard Long is een wandelende filosoof.
De foto gaat voor mij allereerst over tijd: de miljoenen jaren die moesten verstrijken voordat van een berg alleen nog een rotsklomp was overgebleven. Maar tegelijk krijg ik een gevoel van tijdloosheid. En waarom, zo vraag ik me af, heeft deze cirkel in een landschap onmiddellijk effect op me? Omdat hij door mensenhanden is gemaakt? Wat is de macht van de cirkel? Hoe lang zal het duren voordat deze cirkel weer is verdwenen? Zal hij over honderd jaar nog zichtbaar zijn? Het beeld roept ook stilte op: de stilte van de woestijn, de behoefte aan een innerlijke stilte. Richard Long is een wandelende filosoof.
Een enkele maal ontstaat er in de kunst een volkomen nieuw beeld. In 1917 fotografeerde André Kertész als eerste een onder water zwemmende figuur. Zoiets was al duizenden jaren gezien, maar nog nooit geschilderd en ook nog nooit gefotografeerd. Christo kwam op het idee om een gebouw in te pakken en te transformeren tot een poëtisch object – dat was ongekend. Ook Richard Long heeft een volkomen nieuw beeld gecreëerd. Vóór hem was nog nooit een mens de wildernis ingetrokken om cirkels van stenen te leggen. Hij doet het inmiddels een halve eeuw. Het is of dit rituele en mysterieuze werk almaar sterker en indrukwekkender wordt door de herhaling. Wat herhaling doet, dat had zijn vader hem al geleerd door de jaarlijkse wandeling naar steeds dezelfde plek, het dorpje Pill.